Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Stapsgewijze Instelling; Module En Sensors Aanmelden; Bedrijfsmodus Instellen - Resol DeltaTherm HC Handboek

Inhoudsopgave

Advertenties

4.2

Stapsgewijze instelling

De thermostaat DeltaTherm
HC is een regelaar die de gebruiker talloze func-
®
ties biedt. Tegelijkertijd laat de regelaar de gebruiker heel veel vrijheid bij de confi-
guratie. Voor het realiseren van een complexe installatie is daarom een zorgvuldige
planning vereist. Het is aan te bevelen om een systeemtekening te maken.
Als planning, hydraulische uitvoering en elektrische aansluiting zijn voltooid, ga dan
als volgt te werk:
1. Inbedrijfstellingsmenu doorlopen
Nadat het inbedrijfstellingmenu is doorlopen (zie pagina 10), kunnen andere in-
stellingen worden geconfigureerd. Door een reset (zie pagina 51) kan het inbe-
drijfstellingmenu te allen tijde worden herhaald. Dan worden extra geconfigureerde
instellingen gewist.

2. Module en sensors aanmelden

Wanneer de volumemeetgedeelten, schakelaar, Grundfos Direct Sensors™ en / of
externe uitbreidingsmodules zijn aangesloten, moeten deze in het menu in- / uitgan-
gen worden aangemeld.
Zie pagina 53 voor gedetailleerde informatie over het aanmelden van modules
en sensoren.
3. Verwarmingscircuits instellen en verwarmingsopties activeren
Als de regelaar andere verwarmingscircuits aanstuurt, dan kunnen deze nu worden
ingesteld.
Voor het verwarmingsdeel van de installatie is het ook mogelijk om optionele func-
ties te selecteren, te activeren en in te stellen:
• Bedrijfswaterverwarming
• Circulatie
• Thermische desinfectie
Verwarmingscircuits en hun optionele functies kunnen voor (ketel-)vragen, laadpom-
pen of kleppen gezamenlijke relais' gebruiken. Deze moeten eerst in het menu
Gezamenlijke relais' worden geselecteerd (zie pagina 24). Anders kunnen de be-
schikbare vrije relais' van de regelaar en de aangesloten modules worden toegewezen.
De regelaar stelt altijd het numeriek kleinste vrije relais voor.
Sensoren kunnen willekeurig vaak worden toegewezen zonder dat andere functies
worden belemmerd.
Zie pagina 24 voor gedetailleerde informatie over de verwarmingscircuits en ver-
warmingsopties.

4. Bedrijfsmodus instellen

Na de inbedrijfstelling bevindt het verwarmingscircuit zich in de automatische mo-
dus. De modus kan worden gewisseld in het statusmenu:
• Automatisch
• Dag
• Nacht
• Zomer
• Vakantie
• uit
De bedrijfsmodus voor het eerste verwarmingscircuit geldt ook voor alle andere
verwarmingscircuits (via uitbreidingsmodules), wanneer deze zijn gekoppeld. Wan-
neer één van de verwarmingscircuits 2 ... 7 onafhankelijk moet werken, moet de
koppeling van het overeenkomstige verwarmingscircuit worden gedeactiveerd (zie
pagina 31).
5. Installatie-opties activeren
Ook voor het deel van de installatie dat niet met zonne-energie heeft te maken,
kunnen nu extra functies worden gekozen, geactiveerd en ingesteld.
• Warmte-uitwisseling
• Retourverhoging
• vaste brandstofketel
• mengkraan
• parallelrelais
• instralingsschakelaar
• Zoneopwarming
• storingsrelais
• Functieblok
Aan opties, waarvoor een relais nodig is, kan een willekeurig vrij relais worden toe-
gewezen. De regelaar stelt altijd het numeriek kleinste vrije relais voor.
Sensoren kunnen willekeurig vaak worden toegewezen zonder dat andere functies
worden belemmerd.
Zie pagina 41 voor gedetailleerde informatie over de installatie-opties.
21

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave