Algemeen overzicht van de machine
1. Dop van brandstoftank
2. Tractie- en stoppedaal
Bedieningsorganen
Tractie- en stoppedaal
Het tractiepedaal
(Figuur
machine vooruit en achteruit laten rijden en tot
stilstand brengen. Om vooruit te rijden, moet u de
bovenkant van het pedaal intrappen en om achteruit
te rijden de onderkant van het pedaal. Gebruik hierbij
de hiel en tenen van uw rechtervoet
Daarnaast kunt u het pedaal in de
zetten om de machine te stoppen. Laat uw hiel niet
op Achteruit rusten als u vooruitrijdt.
1. Tractie- en stoppedaal
3. Schakelbord
4. Parkeerremhendel
9) heeft 3 functies: de
(Figuur
10).
NEUTRAALSTAND
Figuur 9
Figuur 8
5. Luchtfilter
6. Dop van hydraulische tank
De rijsnelheid hangt af van hoever het tractiepedaal
wordt ingetrapt. Voor de maximale rijsnelheid trapt u
het pedaal volledig in terwijl de gashendel op S
staat. Voor maximaal vermogen of heuvelopwaarts
moet u de gashendel op S
tractiepedaal iets intrappen om ervoor te zorgen dat
het motortoerental hoog blijft. Als het motortoerental
lager wordt, moet u het pedaal iets laten opkomen om
het toerental te verhogen.
Belangrijk:
Voor maximaal trekvermogen moet u
g002708
de gashendel op S
iets intrappen.
15
7. Stuurwiel
Figuur 10
zetten en het
NEL
zetten en het tractiepedaal
NEL
g012207
g002709
NEL