6
Sla de spraak tag van de ontvanger op voor UCanTalk (zie pag. 21).
Wanneer het faxapparaat vraag of u de spraak tag wilt opslaan, drukt u op
7
• Als u in stap 6 NEE selecteert, ga dan verder met stap 8.
• Als u in stap 6 JA selecteert:
Spreek na de pieptoon de naam van de ontvanger in de microfoon in.
Het faxapparaat vraagt u de naam nogmaals in te spreken.
Spreek na de pieptoon de naam opnieuw in.
8
Om nog een snelkiesnummer op te slaan kunt u opnieuw bij stap 3 beginnen.
Wilt u stoppen, druk dan op [STOP].
Als het drie keer achtereenvolgens niet lukt om de spraak tag op te slaan, wordt het proces beëindigd. In dat geval dient
u opnieuw te beginnen met stap 1.
Opslaan van verkorte kiesnummers en namen
Gebruik verkort kiezen door op drie toetsen te drukken om een faxnummer te laten kiezen. Onder elke tweecijferige
kiescode kunt u een fax-/telefoonnummer opslaan. U kunt ook de naam van de ontvanger en een spraak tag opslaan;
de naam wordt weergegeven op de verkort kieslijst.
1
Druk op [Functie].
2
Druk op [
3
Druk op [
vervolgens op [Start/Kopie].
4
Druk op [
wilt opslaan.
Als onder deze verkorte kiescode al een nummer is opgeslagen, verschijnt dat nummer op het display.*
5
Voer nummer en naam van de ander op dezelfde wijze in zoals bij snelkiezen is beschreven.
Zie de stappen 4 en 5. Opslaan van snelkiesnummer en namen, pag. 19.
6
Sla de spraak tag van de ontvanger op dezelfde wijze op zoals is beschreven voor snelkiezen
(zie hierboven).
7
Om nog een verkort kiesnummer op te slaan kunt u opnieuw bij stap 4 beginnen.
Wilt u stoppen, druk dan op [STOP].
* Als u de naam onder de verkorte kiescode wilt wissen, voer dan eerst de hierboven beschreven stappen 1 - 4 uit en druk daarna op
[Wissen] en [Start/Kopie].
20
] of [
] om TEL. REGISTRATIE te selecteren en druk vervolgens op [Start/Kopie].
] of [
] om VERKORT KIEZEN te selecteren en druk
] of [
] om de tweecijferige code (01 - 70) te selecteren waaronder u het nummer
of [#] om JA of NEE te selecteren.
01=