Inleiding Inleiding Het Gira Oproepsysteem 834 Plus is een draadgebonden oproe- psysteem met spraakmogelijkheid dat voldoet aan alle eisen van de norm DIN VDE 0834. Let op! Weegaven en functies zijn voorbeelden. De in deze handleiding afgebeelde weergaven en functies zijn voorbeelden, die afhankelijk van de configuratie van de installa- tie kunnen variëren.
Inleiding Toepassingsgebieden Het Gira Oproepsysteem 834 Plus wordt gebruikt voor het aan- duiden van noodsituaties en voor het alarmeren van personen. Een oproepsysteem bestaat in principe uit de volgende elemen- ten: Elementen van een oproepsys- Apparaten teem Oproepactive- Oproepknoppen, patiëntenhandappa-...
Gira oproepsysteem 834 Plus wordt geen aan- sprakelijkheid aanvaard. De exploitant moet ervoor zorgen dat de functies en de juiste werking van het oproepsysteem 834 Plus door deze apparaten en systeem niet wordt beperkt en aan DIN VDE 0834 wordt voldaan.
Pagina 7
Functie Toiletoproep Wanneer een oproep wordt geactiveerd in een natte cel/toilet, wordt deze zgn. toiletoproep aangeduid door continu rood en wit licht in de kamersignaallamp. Oproepdoorzending In alle ruimten waar een verpleger aanwezig is, gemarkeerd met de groene of gele aanwezigheidsknop, wordt een geactiveerde oproep aangeduid met een zoemersignaal.
Functie Oproepactivering • Een oproep wordt geactiveerd met de de rode oproep- knop. De rode oproepknoppen (ook bij patiëntenhandapparaat, losse oproepknoppen en trekdrukcontacten) zijn voor een betere herkenbaarheid voorzien van een eenduidig symbool en van een lokaliseerverlichting/kalmeringsverlichting in de knop (in de behuizing). •...
Functie Spraakmogelijkheden • Vrij spreken Na activering van een oproep/noodoproep door een oproepknop kan een spraakverbinding met de patiënt tot stand worden gebracht vanuit de stations-/verplegerska- mer. Daarbij fungeert de spraakmodule als luidspreker en als microfoon. luisteren • Discreet spreken Wanneer via het patiëntenhandapparaat met de rode oproepknop een oproep is geactiveerd, kan vanaf de kamer- resp.
Functie Aanwezigheid markeren en oproep uitschakelen Bij het betreden en verlaten van een kamer wordt op de groene of gele knop gedrukt. • Aanwezigheid 1 markeren en oproep uitschakelen De aanwezigheid van verplegend personeel wordt gemar- keerd door te drukken op de groene aanwezigheidsknop en aangeduid door continu groen licht in een kamersignaal- lamp.
Functie Weergave Noodsituaties worden visueel aangeduid met rood en/of wit licht in de kamersignaallampen en akoestisch door zoemers (oproepdoorzending). Daarnaast worden oproepen ook op de displays van de dienstruimte-/kamerterminals en/of gangdis- plays weergegeven. De tekstuele weergave op de dienstruimte-/kamerterminals en de gangdisplays wordt bepaald door hoe deze teksten op de systeembesturingscentrale zijn ingevoerd en hoe de parameters op de systeembesturingscentrale zijn vastgelegd.
Functie Typen oproepen en signalering • (Normale) oproep Activeren van een oproep door te drukken op een rode of Continu licht blauwe oproepknop. De (normale) oproep wordt aangeduid door rode kalme- ringsverlichting in de oproepknop en continu rood licht in de kamersignaallamp (zie tabel pagina 11).
Pagina 13
Functie • Diagnoseoproep Continu licht Oproep van een elektrisch medisch apparaat conform de norm DIN EN 60601 (VDE 0750). Dit ook wel als monitoroproep aangeduide type oproep wordt geactiveerd via speciale connectoren. Diagnose- oproepen zijn alarmoproepen. • Alarmoproep/artsoproep Knipperend licht Een artsoproep kan uitsluitend worden geactiveerd met de blauwe artsoproepknop wanneer aanwezigheid 1 of aanwe- zigheid 2 is gemarkeerd.
Pagina 14
Functie • Signalering bij storing Bij b.v. een draadbreuk in een kamer verschijnt de melding storing kam. XX Let op: neem contact op met een servicemonteur. Laat een servicemonteur de functionaliteit van de installatie herstellen. • Signalering noodfunctie Bij uitval van een besturingapparaat verschijnt bij apparaten met display een melding.
Functie 2.10 Aanwezigheid markeren en oproep uitschakelen Met het markeren van de aanwezigheid wordt aangegeven dat verplegend personeel in de kamer aanwezig is. De functionaliteit noodoproep oproepdoorzending zijn bij gemarkeerde aanwe- zigheid geactiveerd. • Aanwezigheid 1 markeren en oproep uitschakelen De aanwezigheid van een verpleger wordt gemarkeerd door te drukken op de groene aanwezigheidsknop en aan- geduid door continu groen licht in een kamersignaallamp.
Functie 2.11 Prioriteit van de oproepen Het oproepsysteem geeft altijd de oproep met de hoogste prio- riteit voorrang bij de aanduiding. Wanneer oproepen met dezelfde prioriteit zijn geactiveerd, wor- den deze afwisselend op de displays weergegeven. Prioriteit Weergave-apparaat Weergave Kamersignaallamp Knipperend rood licht, kort interval Artsoproep Artsoproep kam.
Functie 2.12 Gebruik van de dienstruimteterminal Met de dienstruimteterminal kunnen samenschakelingen wor- den geactiveerd en gedeactiveerd. Hiermee kan op de organisa- torische omstandigheden worden ingespeeld. Voorbeeld: nachtdienst met samenschakeling van stations. Aanwijzing: instellingen in de configuratiesoft- ware. Welke kamers tot een organisatorische eenheid (station) beho- ren en de tekstuele weergave op het display wordt vastgelegd op de systeembesturingscentrale.
Pagina 18
Functie • Menu van de dienstruimteterminal openen Aanwezigheid moet zijn gemarkeerd. pijlsymbool Raak met een vinger het aan. Het menu wordt geopend (eerste menuonderdeel). pijlsymbool Na nog een keer aanraken van het wordt het volgende menuonderdeel weergegeven, enz. Selecteer/activeer/deactiveer een menuonderdeel door het OK-symbool aan te raken.
Pagina 19
Functie Menustructuur van de dienstruimteterminal Startscherm Menuniveau 1 Display Statusaanzicht Verzamelopr alle alle Gebruik: aanw. kamers Spraakoproep beantwoorden met OK of -symbool. Spraakoproep beëindigen met OK of -symbool. Tijdens een verzameloproep knippert het -symbool. Timeout van een verzameloproep na één minuut. Samen- [ZS1] [ZS2]...
Functie 2.13 Gebruik van de dienstruimteterminal CT9 Wanneer de dienstruimteterminal CT9 is opgestart, verschijnt het startscherm. Touchscreenoppervlak Raak de pictogrammen aan met een vinger. Onderdelen van het startscherm: – (1 )Statusregel. Toont de huidige datum en tijd. – (2) Linker beeldschermgedeelte. Informeert over samen- schakelingen en aanwezigheid binnen de toegewezen orga- nisatorische eenheden (tabblad Informatie) of toont een menu voor selectie van diverse functies (tabblad Functies).
Pagina 21
Functie • Verzameloproep Toont een lijst met mogelijke verzameloproepen. De oproep wordt direct geactiveerd met een toetsdruk op de betref- fende verzameloproep. Verzameloproepen zijn spraakverbindingen die tegelijkertijd met meerdere deelnemers van een organisatorische een- heid tot stand worden gebracht. De configuratie van orga- nisatorische eenheden wordt uitgevoerd met de Configuratie-Assistent van de systeembesturingscentrale resp.
Pagina 22
Functie • Instellingen • Volume-instellingen Hier kunnen de volumes van het apparaat worden inge- steld (signaaltonen en gesprekken). • Helderheid Hier kan de helderheid van het beeldscherm worden ingesteld. • Expertmodus Bevat basisinstelmogelijkheden voor de dienstruimte- terminal CT9. Neem voor wijzigingen in dit gedeelte contact op met verantwoordelijke systeemadministrator of installateur.