GEBRUIK
Oveninstellingen
Functie
Beschrijving
Bovenwarmte + Onderwarmte
• Het gerecht wordt verwarmd door verwarmings-
elementen boven en onder in de ovenruimte.
• Deze functie is geschikt voor traditioneel bakken
en braden.
• Gebak of vlees kan alleen gebakken/geroosterd
worden op één niveau (in één geleider).
• Plaats de bakplaat of het ovenrooster op niveau 2.
• Aanbevolen temperatuur: 200 °C.
• Voorverwarmen wordt aanbevolen.
Bovenwarmte
• Het gerecht wordt verwarmd door het bovenste
verwarmingselement.
• Deze functie wordt gebruikt voor het bruineren
van de bovenlaag van gerechten.
• Plaats de bakplaat of het ovenrooster op niveau 2.
• Aanbevolen temperatuur: 150 °C.
Onderwarmte
• Het gerecht wordt verwarmd door het onderste
verwarmingselement. Schakel deze stand in net
voor het einde van de bak- of braadtijd.
• Deze functie wordt gebruikt voor gerechten die
een bodemkorst of bruining nodig hebben.
• Plaats de bakplaat of het ovenrooster op niveau 2.
• Gebruik deze functie vlak voor het einde van het
bakken of braden.
• Aanbevolen temperatuur: 160 °C.
NL 16
Raadpleeg onderstaande tabel voor het kiezen van de juiste functie.
Lees ook de instructies op de verpakking voor het bereiden van het
gerecht.