Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Roland EF-303 Handleiding pagina 43

Inhoudsopgave

Advertenties

STEP TIME ([SHIFT]+[DELAY+PAN/VOICE])
Selecteert een stap van de step modulator als de beat
(nootwaarde) eenheid. De beat is gebaseerd op de BPM. De
instelling wordt getoond door de SYNC TYPE indicator
(flikkert).
< Waarden >
16de, gepunte 16de, 8ste, gepunte 8th, vierde, halve, hele,
hele noot x 2, hele x 4, 16de triool, 8ste triool, vierde triool
fig.13-5
16e
Gepunte 16e
Vierde
Halve
Hele x4
16e triool
SMOOTH ([SHIFT]+[REVERB/VO MOD])
Voor een soepele verbinding tussen het verschil van elke
stap en de volgende.
Wanneer u de EF-303 als synthesizer gebruikt, kan men het
SMOOTH-effect niet gebruiken. Om een gelijkaardig effect te
cre'ren, moet u SLIDE gebruiken.
< Waarden >
ON: De stappen worden soepel verbonden.
OFF: De stappen worden niet soepel verbonden.De
verandering gebeurt ÒtrapsgewijsÓ.
fig.13-6
ON
OFF
8e
Gepunte 8e
Hele
Hele x2
8e triool
Vierde triool
De step modulator gebruiken
Instellingen maken voor elke stap
Deze instellingen zijn alleen geldig als men een synth-type
algoritme (synth + delay, synth bass, synth rhythm) of een
stemmodulator-algoritme gebruikt.
Om in elke instelling te gaan moet men de [SHIFT] knop
ingedrukt houden en op de [Effect Select] knop drukken
voor de gewenste instelling.
Gebruik de [
,
,
instellingen te veranderen.
¥ [
,
] knoppen: Selecteer het stapnummer
waarvoor u instellingen wil maken.
Het lampje van de step modulator flikkert om het
stapnummer aan te duiden.
¥ [
,
] knoppen: veranderen de instellingen van
elke stap.
* U kan de schuiven gebruiken om de instellingen van elke stap
te veranderen.
Druk op de [EXIT] knop wanneer u klaar bent met het maken
van de instelling.
GATE TIME ([SHIFT]+[PITCH+DL/SY+DLY])
Stelt de tijdspanne van elke stap in.
< Waarden >
1Ð105
fig.13-7
1
* Wanneer u de EF-303 als klankgenerator gebruikt, moet u de
waarden binnen het bereik van 1--99 instellen. Instelwaarden
van 100 of hoger zullen alleen werken wanneer een extern
MIDI-toestel wordt gebruikt.
SLIDE/REST ([SHIFT]+[SLICER+PAN/SYN BASS])
Bepaalt de overgangswijze van de individuele stappen.
< Waarden >
NORMAL, TIE, SLIDE, REST
fig.13-8
NORMAL
TIE
* GATE TIME, TIE en SLIDE worden uitgeschakeld wanneer
SYNTH RHYTHM geselecteerd is.
VELOCITY ([SHIFT]+[COMP/SYN RYTHM])
Bepaalt de snelheid van elke stap wanneer een synth-type
algoritme wordt gebruikt.
< Waarden >
0Ð127
fig.13-9
0
,
] knoppen om de
105
SLIDE
REST
127
41

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave