SELECTIE BEDRIJFSMODUS
Bij drukken op de toets (5) wordt het balkje onder
het symbool van de overeenkomstige bedrijfsmodus
geplaatst.
s
Automatisch
Tijdens de modus automatisch wordt de omgevingstemperatuur geregeld volgens het ingestelde tijdprogramma.
Kenmerken:
- Verwarming volgens het ingestelde programma
- Temperatuursetpoint ingesteld op comfort "o" of op gereduceerd "l"
- Beveiligingsfuncties actief
- Automatisch overschakelen zomer/winter (ECO functies) en verwarmingsgrens dag en nacht actief.
o
Continu
Tijdens de modus continu wordt de omgevingstemperatuur geregeld op grond van het ingestelde bedrijf:
o Verwarming ingesteld op comfort
l Verwarming ingesteld op gereduceerd
Kenmerken:
- Verwarming zonder tijdprogramma
- Beveiligingsfuncties actief
- Automatisch overschakelen zomer/winter (ECO functies) en verwarmingsgrens dag en nacht uitgeschakeld (zie param. 730).
b
Beveiliging
Tijdens de modus beveiliging is de verwarming uitgeschakeld, maar wordt de installatie beschermd tegen vorst (mits
de stroom niet uitvalt).
Kenmerken:
- Verwarming uit
- Temperatuursetpoint ingesteld op vorstbeveiliging.
- Beveiligingsfuncties actief.
Sanitair Warm water (ACS=SWW)
Niet actief bij deze uitvoering.
20
l
of
v
Keteltemperatuur
3
Keteltemperatuur
5