Gebruiksaanwijzing
Opmerking:
Bepaal vanuit de normale
bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de
machine.
VOORZICHTIG
Als u een volle laadbak omhoog brengt en niet
ondersteunt met de geschikte steunstang, kan
de laadbak onverwacht zakken. Werken onder
een opgetilde laadbak die niet ondersteund is,
kan u of anderen letsel toebrengen.
• Voordat u onderhoudswerkzaamheden
aan de machine verricht of deze afstelt,
moet u de machine op een horizontaal
oppervlak parkeren, de parkeerrem in
werking stellen, de motor afzetten en het
sleuteltje verwijderen.
• Verwijder eventueel geladen materiaal uit
de laadbak of andere werktuigen en breng
de laadbakbeveiliging aan bij een volledig
uitgetrokken cilinderstang voordat u gaat
werken onder een opgeheven laadbak.
De laadbak gebruiken
Opmerking:
Belast indien mogelijk het midden van
de laadbak.
Opmerking:
Verwijder de lading uit de bak voordat
u de bak omhoogbrengt voor onderhoud aan de
machine.
De laadbak ophalen
WAARSCHUWING
Als de laadbak tijdens het rijden omhoogstaat,
bestaat de kans dat de machine gemakkelijker
omslaat of gaat rollen. De laadbak kan
beschadigd raken als deze tijdens het gebruik
van de machine omhoogstaat.
• Gebruik de machine uitsluitend als de
laadbak is neergelaten.
• Laat de laadbak neer als u hem geleegd
hebt.
Zet de hendel naar achteren om de laadbak omhoog
te zetten
(Figuur
13).
1. Hendel van laadbak
Laadbak neerlaten
WAARSCHUWING
De laadbak kan zwaar zijn. Handen of andere
lichaamsdelen kunnen bekneld raken.
Houd uw handen en andere lichaamsdelen uit
de buurt van de bak als u deze neerlaat.
Zet de hendel naar voren om de laadbak te laten
zakken
(Figuur
13).
De achterlaadklep openen
1. Controleer of de laadbak volledig is neergelaten.
2. Zet de sluitingen aan de linker- en rechterzijde
van de laadbak los en laat de achterlaadklep
zakken
(Figuur
25
Figuur 13
14).
g024612