Adaptive frezen is krachtige software die een toolpad berekent om de spaanbelasting constant te houden.
U kunt overlapercentages en voedingen agressiever instellen en het is de taak van Adaptive Tool Pad om langs een toolpad
te gaan dat het gereedschap niet overbelast.
Snij methode:
Enkele methode - alle bewerking is in één richting met een snelle positionering daartussenin.
Dit stelt je in staat om alle freesbewegingen in meeloop of tegenloop uit te voeren.
Zig Zag - de bewerking is in een heen-en-weer-patroon, zonder snelle positionering tussen de verschillende richtingen.
Dit heeft het effect van afwisselend tegenloop- en meeloop frezen.
Z finiseer snede- tijdens het programmeren van de bewerking ziet u alleen de velden en de standaardwaarde die hier is
ingesteld, wanneer Z finiseer wordt ingesteld op 'Ja' in Opties bij deze bewerking wordt deze waarde standaard ingevuld
Spoed intrede helix- voer de hoogte in van de Helix die werd gebruikt bij het starten van een pocket.
Zig Zag intredehoek- voer de hoek in van de heen en weer beweging die wordt gebruikt bij het starten van een pocket
Bewerkings hoek XY- dit is alleen nodig als het gereedschapspadpatroon (hierboven) is ingesteld op Parallel.
Het is handig wanneer het deel of de pocket niet is uitgelijnd met de X-as.
Met de bewerkingshoek kunt u een toolpad hebben dat beter bij het onderdeel past.
Volgorde van passen- dit is de strategie voor wanneer de pocket niet volledig kan worden voltooid zonder de tool omhoog
halen.
Er wordt bijvoorbeeld een voorbewerkingsgereedschap gebruikt dat niet in de hele pocket in één doorlopend pad past. Je
hebt deze keuzes:
Diepte - voltooit elke diepte voor alle regio's voordat u naar de volgende diepte gaat. Met andere woorden, voltooit elke
pass voor elke regio.
Regio - voltooit alle passen in elke regio voordat de tool wordt opgehaald. Met andere woorden, het onderdeel wordt
bewerkt tot de uiteindelijke diepte in elk gebied voordat het volgende gebied wordt gestart.
Ruwen link lengte voor ijlgang - dit werkt met het Adaptive Toolpath-patroon.
Bij het optimaliseren van de gereedschapsbelasting is het toolpad niet altijd aangrenzend, soms moet het gereedschap van
de plaats naar een ander gedeelte worden verplaatst.
Die bewegingen tussen secties worden koppelingen genoemd.
Standaard zal de ProtoTRAK RMX op deze manier met link lengtes omgaan:
Voor een rechthoekig Pocket tilt het het gereedschap naar Z IJLGANG en beweegt het snel naar het volgende gedeelte
en snel naar beneden tot 0,5mm boven de pasdiepte en vervolgens naar de uiteindelijke diepte.
Voor een onregelmatige pocket tilt hij het gereedschap op naar Z Ijlgang (of het Z-veiligheidsvlak), beweegt dan snel
naar het volgende gedeelte en snel naar beneden tot 0,5mm boven de pasdiepte en voert dan naar de uiteindelijke diepte.
Als het u niet uitmaakt dat het gereedschap tussen de secties op de ruwe snede in de snede blijft, voert u een kleine
waarde in deze aanwijzing in.
Als de waardes groot zijn, kan het onderdeel sneller worden bewerkt door een snelle verplaatsing tussen secties.
Met de volgende velden kun je je afwerking aan de onderkant van de snede behouden.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
leerprototrak.be
wachtwoord: xyzopleiding
Machines Crispyn- Ambachtenlaan 3- 9990 Maldegem
T: +32(0)50 71 52 72 - www.crispyn.be
Pagina: 75