Type OSE
BEDIENING
De druk van de te beschermen zone (over het algemeen
de pijpleiding aan de uitlaatzijde van de drukregelaar,
gesitueerd na de slagklep) activeert de manometrische
veiligheidsbox BMS.
Als de druk hoger stijgt dan de richtwaarde voor vrijgave,
maakt het vrijgaverelais de klepplug (7) vrij.
Door de actie van het gewicht van de klepplug, de sluitveer
en de vloeistof (poging tot sluiten) wordt de klepplug in de
opening (6) geplaatst.
De gasstroom wordt onderbroken tot de mechanismebox
handmatig opnieuw in bedrijf wordt gesteld.
Om de klepplug te heropenen moet de drukbalans aan de
inlaat- en uitlaatzijden gelijk zijn.
De mechanismebox wordt opnieuw in bedrijf gesteld nadat
de interne bypass (1) is geopend.
Het opnieuw in bedrijf stellen en in balans brengen
gebeurt tegelijkertijd.
INSTALLATIE
WAARSCHUWING
!
Alle ingrepen op de apparatuur mogen alleen
worden uitgevoerd door gekwalificeerd en
getraind personeel.
4
Figuur 4. T
ype OSE LS - Werkingsprincipe
De slagklep wordt geïnstalleerd aan de
inlaatzijde van de regelaar, op de horizontale
pijpleiding. De mechanismebox moet zich
bovenaan bevinden (zie schema hierboven)
of bovenaan voor versies DN 25-50-80.
Installatie conform EN12186 wordt aanbevolen.
Installeer conform de richting van de
vloeistofstroom (zie pijl).
In geval van montage bij aangrenzende
elementen moet erop worden gelet dat er
geen drukkracht mag worden gecreëerd op
het hoofddeel, en de montage-elementen
(bouten, O-ringen, flenzen) moeten
compatibel zijn met de geometrie en
bedrijfsomstandigheden van de apparatuur.
Indien nodig moet een steun worden gebruikt
om drukkracht op het hoofddeel te vermijden
(een steun kan onder de flenzen
worden geïnstalleerd).
Verbind de manometrische veiligheidsbox
(IS) aan de impuls bij 4D op de uitlaatpijp.
Het wordt aanbevolen om een isolatieventiel
(R1) en een atmosferisch ventiel (R2) te
plaatsen, deze kunnen nuttig zijn bij activatie
en verificaties.
Er mogen geen wijzigingen worden
aangebracht aan de structuur van de
apparatuur (boren, slijpen, solderen...).
Controleer of de inlaatzijde wordt beschermd
door een gepast apparaat of gepaste apparaten
om te voorkomen dat de gebruikslimieten
worden overschreden (PS, TS).
C51