10. Schakel de machine uit. Maak de verbindingsdraad los
van de stekker van de kabelboom en sluit de stekker
aan op de stoelschakelaar.
11. Haal de kriksteunen weg.
12. Breng het maaidek omhoog en plaats de
maaihoogtepen.
13. Controleer of de machine niet kruipt in de neutraalstand
als de parkeerremmen zijn vrij gezet.
De rijhendeldemper afstellen
De bovenste montagebout van de demper kan worden
afgesteld om een betere weerstand van de rijhendels te
verkrijgen. Zie
Figuur 80
Figuur 80
Rechterrijhendel weergegeven
1. Draai de borgmoer vast met een torsie van 23 N·m. De
bout moet uit het einde van de borgmoer steken na het
vastdraaien.
2. Meeste weerstand (stevigste gevoel)
3. Demper
4. Gemiddelde weerstand (gemiddeld gevoel)
5. Minste weerstand (zachtste gevoel)
Het scharnierpunt van de
neutraalstand van de rijhendel
afstellen
De flensmoer kan worden afgesteld om een betere weerstand
van de rijhendel te verkrijgen als u de hendel in de neutrale
vergrendelstand zet. Zie
Figuur 81
1. Draai de contramoer los.
2. Draai de flensmoer naar wens vaster of losser.
Draai de flensmoer vast voor meer weerstand.
Draai de flensmoer los voor minder weerstand.
3. Draai de contramoer vast.
voor montage-opties.
voor afstelopties.
1. Flensmoer
58
Figuur 81
2. Contramoer