De rijhendels gebruiken
Figuur 23
1. Rijhendel: vergrendelde
neutraalstand
2. Centrale onvergrendelde
stand
3. Vooruit
Vooruitrijden
Opmerking: De motor slaat af als u de rijhendels beweegt
terwijl de parkeerrem is werking is gesteld.
Om te stoppen, zet u beide rijhendels in de neutraalstand.
1. Zet de parkeerrem vrij; zie
(bladz.
21).
2. Zet de hendels in de middelste, onvergrendelde stand.
3. Om vooruit te rijden, duwt u de rijhendels langzaam
naar voren
(Figuur
4. Achteruit
5. Voorzijde van de machine
Parkeerrem vrijzetten
24).
Achteruitrijden
1. Zet de hendels in de middelste, onvergrendelde stand.
2. Om achteruit te rijden, trekt u de rijhendels langzaam
naar achteren
(Figuur
25
Figuur 24
25).
G008953
Figuur 25
G008952