4.
Maak de 2 bouten en moeren los waarmee
de graafarm aan de arm van de machine is
bevestigd.
5.
Maak de contramoer van de instelbout los.
6.
Draai de instelbout naar binnen of naar buiten
om de gewenste spanning te bereiken.
7.
Draai de contramoer vast.
8.
Draai de 2 bouten en moeren van de graafarm
aan met 183 tot 223 N·m.
Vervangen van de
kettingwielaandrijving
Na verloop van tijd zal de kettingwielaandrijving
slijten, vooral bij gebruik in zand of klei. In dat geval
zal de graafketting beginnen slippen. Als de ketting
slipt, vervang de kettingwielaandrijving dan als volgt:
1.
Parkeer de machine op een horizontaal vlak en
stel de parkeerrem in werking.
2.
Zet de sleuvengraver een paar centimeter boven
de grond.
3.
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact.
4.
Verwijder de afvoerschroef
1. Afvoerschroef
2. Bouten
3. Kettingwielaandrijving
4. Montagevlak van de kettingwielaandrijving
5.
Maak de 2 bouten en moeren los waarmee
de graafarm aan de arm van de machine is
bevestigd.
6.
Maak de contramoer van de instelbout in de
graafarm los.
7.
Draai de instelbout los totdat u de ketting van de
graafarm kunt nemen.
(Figuur
61).
Figuur 61
8.
Neem de ketting van de kettingwielaandrijving.
9.
Verwijder de zes bouten waarmee het kettingwiel
gemonteerd is
10.
Verwijder de kettingwielaandrijving en gooi deze
weg
(Figuur
11.
Reinig het montagevlak van de kettingwielaan-
drijving op de sleuvengraver
12.
Schuif de nieuwe kettingwielaandrijving op de
as
(Figuur
Belangrijk:
kettingwielaandrijving moet zichtbaar zijn
van de rechterkant van de sleuf, en moet in
de richting van de klok wijzen, zo niet, draai
de kettingwielaandrijving dan om.
13.
Draai de zes bouten van de kettingwielaandrij-
ving handvast
14.
Draai de bouten langzaam vast, ga hierbij
steeds rond de kettingwielaandrijving totdat alle
bouten zijn aangetrokken met 129 tot 155 N·m.
Belangrijk:
ga alle zes bouten af, ga dan nogmaals langs
de bouten en trek ze volledig aan.
15.
Plaats de graafketting over de aandrijfas van
de schroef en op de kettingwielaandrijving,
verzeker dat de graaftanden naar voren wijzen
op de bovenkant van de graafarm.
16.
Plaats het bovenste deel van de ketting op de
graafarm, trek de ketting dan om de rol aan het
uiteinde van de graafarm.
17.
Schroef de instelbout in de graafarm totdat de
ketting aan de onderkant van de graafarm 3,8
tot 6,3 cm speling heeft.
18.
Draai de contramoer tegen de instelbout en
draai deze vast tegen de graafarm.
19.
Draai de 2 bouten en moeren van de graafarm
aan met 183 tot 223 N∙m.
g007842
20.
Monteer de afvoerschroef met de bout en moer
die u eerder hebt verwijderd.
Opmerking:
met 102 N∙m.
45
(Figuur
61).
61).
(Figuur
61).
De pijl op het oppervlak van de
(Figuur
61).
Trek alle bouten eerst half aan,
Draai de bout en de moer aan
61).