Onderhoudsinterval
Om de 1500 bedrijfsuren
Jaarlijks
Jaarlijks of vóór stalling
Belangrijk:
Raadpleeg de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures.
VOORZICHTIG
Als u het sleuteltje in het contact laat, bestaat de kans dat iemand de motor per ongeluk start
waardoor u en andere omstanders ernstig letsel kunnen oplopen.
Verwijder het sleuteltje uit het contact voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert aan de
machine.
Procedures
voorafgaande aan
onderhoud
De cilindervergrendelingen
gebruiken
WAARSCHUWING
Als de armen van de lader in de opgeheven
stand staan, kunnen deze omlaag komen
waardoor iemand die eronder staat bekneld
kan raken.
Plaats de cilindervergrendeling(en) voordat u
onderhoudswerkzaamheden uitvoert waarbij
de armen van de lader omhoog moeten staan.
Cilindervergrendelingen
aanbrengen
1.
Verwijder het werktuig.
2.
Breng de armen van de lader volledig omhoog.
3.
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact.
4.
Plaats een cilindervergrendeling over elke
hefcilinderstang
(Figuur
Onderhoudsprocedure
• Vervang alle bewegende hydraulische slangen.
• Brandstoffilter vervangen.
• Motorkoelvloeistof verversen.
• Hydraulische vloeistof verversen.
• Beschadigde lak bijwerken.
20).
1. Cilindervergrendeling
2. Hefcilinder
3. R-pen
5.
Bevestig elke cilindervergrendeling met een
gaffelpen en een R-pen
6.
Breng langzaam de armen van de lader omlaag
totdat de cilindervergrendelingen contact maken
met de cilinderbehuizingen en de uiteinden van
de stang.
De cilindervergrendelingen
verwijderen en opslaan
Belangrijk:
Verwijder de cilindervergrendelingen
van de stangen en vergrendel ze volledig in de
opslagstand voordat u de machine bedient.
1.
Start de motor.
2.
Breng de armen van de lader volledig omhoog.
3.
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact.
4.
Verwijder de gaffelpen en de R-pen waarmee de
cilindervergrendelingen bevestigd zijn.
5.
Verwijder de cilindervergrendelingen.
6.
Breng de armen van de lader omlaag.
7.
Breng de cilindervergrendelingen aan over de
hydraulische slangen en bevestig ze met de
gaffelpennen en R-pennen
26
Figuur 20
4. Gaffelpen
5. Stang van hefcilinder
(Figuur
20).
(Figuur
21).
g005162