Bedieningsorganen
Zorg dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen
(Figuur
6) voordat u de motor start en de machine
gebruikt.
Schakelbord
1. Tractiebedieningshendels
2. Kantelhendel werktuig
3. Hendel van laadarm
4. Hendel voor
hulphydrauliek
Contactschakelaar
De contactschakelaar waarmee u de motor start en
uitzet, heeft drie standen: U
Motor starten (bladz.
19).
Gashendel
Zet de hendel naar voren om het motortoerental
te verhogen en naar achteren om het toerental te
verlagen.
Tractiebedieningshendels
•
Om vooruit te rijden beweegt u de
tractiebedieninghendels naar voren.
•
Om achteruit te rijden beweegt u de
tractiebedieninghendels naar achteren.
•
Om te keren beweegt u de hendel aan de kant
waar u naartoe wilt draaien achteruit naar de
N
terwijl u de andere hendel
EUTRAALSTAND
ingeschakeld houdt.
Opmerking:
Hoe verder u de tractiebedienings-
hendels beweegt (in beide richtingen), des te
sneller rijdt de machine in de gewenste richting.
•
Om te vertragen of te stoppen beweegt u de
tractiebedieningshendels naar de N
Figuur 6
5. Hendel toerentalschake-
laar
6. Gashendel
7. Contactschakelaar
8. Urenteller
, L
en S
IT
OPEN
TART
EUTRAALSTAND
Kantelhendel werktuig
•
Om het werktuig naar voren te kantelen, beweegt
u de hendel langzaam naar voren.
•
Om het werktuig naar achteren te kantelen,
beweegt u de hendel langzaam naar achteren.
Hendel van laadarm
•
Om de armen omlaag te brengen, beweegt u de
laadarmhendel langzaam naar voren.
•
Om de armen omhoog te brengen, beweegt u de
laadarmhendel langzaam naar achteren.
Laadvergrendeling
Met de laadvergrendeling kunt u de hendel voor de
laadarm/het werktuig zo vergrendelen dat deze niet
naar voren kan bewegen. Dit voorkomt dat iemand
g006057
per ongeluk de armen van de lader neerlaat tijdens
onderhoudswerkzaamheden. U dient de armen
van de lader te vergrendelen telkens wanneer u de
machine uitschakelt terwijl de armen zijn opgeheven.
Om de vergrendeling in te schakelen trekt u deze
terug en helemaal naar onderen tot tegen de hendels
(Figuur
7).
Opmerking:
bewegen om de laadvergrendeling in of uit te
schakelen.
. Zie
1. Laadvergrendeling
(ingeschakeld)
Hendel voor hulphydrauliek
•
Om een hydraulisch werktuig naar voren te laten
bewegen, trekt u de hendel voor de hulphydrauliek
langzaam naar boven en vervolgens naar
achteren.
•
Om een hydraulisch werktuig naar achteren
te laten bewegen, trekt u de hendel voor
de hulphydrauliek langzaam naar boven en
.
vervolgens drukt u hem naar voren. Deze stand
12
U moet de hendels naar achteren
Figuur 7
2. Laadvergrendeling
(uitgeschakeld)
g005955