– schone reservekleding, zeep en
wegwerphanddoeken om uzelf schoon
te maken
•
Zorg ervoor dat een goede training hebt gekregen
voordat u omgaat met chemische stoffen.
•
Gebruik de juiste chemische stof voor het werk.
•
Houd u aan de instructies van de fabrikant voor het
veilig gebruik van de chemische stof. Overschrijd
de aanbevolen systeembedrijfsdruk niet.
•
De machine niet vullen, kalibreren of reinigen
wanneer er mensen, in het bijzonder kinderen, of
huisdieren in de buurt zijn.
•
Zorg voor een goede ventilatie van de ruimte waar
u werkt met chemische stoffen.
•
Niet eten, drinken of roken als u in de buurt van
chemische stoffen werkt.
•
Spuitdoppen niet schoonmaken door erin te
blazen of ze in uw mond te nemen.
•
Was uw handen en andere onbedekte
lichaamsdelen altijd zo snel mogelijk nadat u met
chemische stoffen hebt gewerkt.
•
Bewaar chemische stoffen in hun originele
verpakking op een veilige plaats.
•
Voer ongebruikte chemische stoffen en
verpakkingen voor chemische stoffen af volgens
de instructies van de fabrikant en de plaatselijk
geldende voorschriften.
•
Chemische stoffen en dampen in de tank zijn
gevaarlijk; blijf altijd buiten de tank en houd uw
hoofd nooit boven of in de opening van een tank.
•
Volg alle plaatselijke voorschriften met betrekking
tot het strooien of spuiten van chemicaliën op.
Controles uitvoeren vóór
het gebruik
Voer elke dag de volgende controles uit voordat u de
spuitmachine gaat gebruiken:
•
Controleer de bandenspanning.
Opmerking:
De banden van deze machine
verschillen van autobanden: zij vereisen een
lagere spanning om compactie en beschadiging
van de grasmat te voorkomen.
•
Controleer het peil van alle vloeistoffen. Indien het
peil te laag is, moet u bijvullen met de vereiste
hoeveelheid vloeistof volgens de specificaties.
•
Controleer of het rempedaal werkt.
•
Controleer of de verlichting werkt.
•
Draai het stuurwiel naar links en naar rechts om
de stuurreactie te controleren.
•
Zet de motor af en controleer op olielekken, losse
onderdelen en andere waarneembare defecten.
Indien een van bovengenoemde zaken niet in orde is,
moet u de monteur hiervan op de hoogte stellen of
contact opnemen met de bedrijfsleiding voordat u die
dag met de spuitmachine gaat werken. De supervisor
kan u verzoeken dagelijks andere controles uit te
voeren. Vraag daarom welke controles u moet
uitvoeren.
De machine klaarmaken
voor de montage
Het motoroliepeil controleren
Voordat u de motor start en de machine in gebruik
neemt, moet u het oliepeil in het carter van de motor
controleren; zie
Motoroliepeil controleren (bladz.
Koelsysteem controleren
Voordat u de motor start en de machine gaat
gebruiken, moet u het koelsysteem controleren; zie
Het koelvloeistofpeil controleren (bladz.
Hydraulische vloeistof controleren
Voordat u de motor start en de machine gaat
gebruiken, moet u het hydraulische systeem
controleren; zie
Hydraulische vloeistof controleren
(bladz.
77).
Bandenspanning controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Controleer of de banden de juiste spanning hebben.
Breng de banden op een spanning van 1,38 bar.
Opmerking:
Controleer de banden ook op slijtage
of schade.
Remmen controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Voordat u de spuitmachine start, moet u het rempedaal
licht intrappen. Als de vrije slag van het rempedaal
meer dan 25 mm bedraagt voordat u weerstand voelt,
moeten de remmen worden afgesteld; zie
afstellen (bladz.
75).
24
60).
73).
Remmen