Algemene informatie
Overzicht
Waarboorg Veiligheid
Algemeen aanzicht Legende
Overzicht
. . . . . . 2
Montage . . . . . . . . . . . . . 5
. . . . . . . 5
. . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Diagram van de bedienings- en
Instellingen van de pomp en van de
2
Waarborg
De installatie en de ingebruikname
dienen door een technicus te worden
uitgevoerd volgens de regels van de
kunst. De voorschriften die van kracht
zijn, alsook de instructies van deze
documentatie, moeten in acht worden
genomen. Het niet opvolgen - zelfs
gedeeltelijk - van deze voorschriften
kan de fabrikant ertoe aanzetten zijn
verantwoordelijkheid van de hand te
wijzen. Verder dient men op te volgen:
het garantiecertificaat dat met de
-
brander wordt bijgeleverd
algemene verkoopsvoorwaarden
-
Veiligheid
De brander is gebouwd om te worden
geïnstalleerd op een generator die met
gebruiksklare uitlaatleidingen voor de
verbrande gassen is verbonden.
Hij moet worden gebruikt in een ruimte
waar voldoende lucht voor de
verbranding toegang vindt en
eventuele afvalgassen een uitweg
vinden.
De schoorsteen moet zijn
gedimensioneerd volgens de brandstof
en voor die brandstof geschikt zijn,
volgens de reglementen en de normen
die van kracht zijn.
De bedienings- en veiligheidskoffer en
de onderbrekingsapparatuur die wordt
gebruikt vereisen een elektrische
0009 / 13 007 462B
voeding van 230 VAC
% 50 Hz
+10
-15
±1% met aarding.
De brander moet van het net kunnen
worden gescheiden met behulp van
een alpolige onderbreker volgens de
normen van kracht.
Het personeel dat op de installatie
werkt dient op alle gebieden de
allergrootste voorzichtigheid aan de
dag te leggen, meer bepaald om te
vermijden met de niet
warmtegeïsoleerde delen en de
elektrische circuits in contact te
komen.
Spatten van water op de elektrische
delen van de brander vermijden.
In geval van overstroming, brand,
brandstoflek of abnormale werking
(reuk, verdacht geluid, ...) de brander
stilleggen, de algemene elektrische
voeding onderbreken, alsook de
brandstoftoevoer, en een technicus
roepen.
Het is volstrekt verplicht dat de
haarden, hun toebehoren en de
leidingen voor de verbrande gassen,
de verbindingsbuizen, worden
onderhouden en gereinigd, en de
schoorstenen moeten ten minste
jaarlijks worden geveegd, en ook voor
het opstarten van de installatie. De
reglementering van kracht in acht
nemen.
Bediening van de luchtklep
Y10 Servomotor
102 Stookoliepomp met
Y1 Elektromagnetisch ventiel 1e trap op de pomp
Y5 Elektromagnetisch ventiel 2e trap op de pomp
113 Luchtdoos
M1 Ventilatiemotor
5 Carter (slakkenhuis naar boven)
6 Bevestigingsmechanisme van de basisplaat
7 Kenplaatje
8 Aansluitstuk
9 Schroef voor het vastleggen van de slangen
Elektrische verbinding met de ketel
10
7 polen
10.1
4 polen
A1
Bedienings- en veiligheidskoffer
B1 Cel met lichtgevoelige weerstand
T1 Onstekingstransformator
18 Kap
19 Knop (gecodeerde lichtsignalen van storingen),
terugstellen of uitschakelen van de koffer