Functies - beeldscherm
Overzicht functies alfabetten
38
1
2
4
5
7
9
10
11
034790.51.05_2014-07_Manual_B560_NL
⦁
druk op de «alfabet»-toets
⦁
kies een alfabet
⦁
druk op het «i»-veld
Alfabet veranderen
1 Afhechten
3
2 Motiefherhaling
3 Bovendraadspanning
4 Naaldstand
6
5 Spiegelbeeld links/rechts
6 Veiligheidsprogramma
7 Spiegelbeeld onder/boven
8
8 Naaivoetindicator
9 Permanent achteruitnaaien
10 Balans
12
11 Lettergrootte bij alfabetten
12 Naaivoetdruk
Afhechten
⦁
druk voor naaibegin op het veld
►
een enkelmotief wordt aan het begin met vier
afhechtsteken afgehecht
⦁
druk tijdens het naaien van een enkelmotief op het
veld
►
het enkelmotief wordt aan het einde afgehecht
►
de naaicomputer stopt
⦁
programmeer de functie in een motiefcombinatie
⦁
elk afzonderlijk motief van de combinatie kan aan
het begin of het einde worden afgehecht
Motiefherhaling
⦁
druk 1x op het veld
►
cijfer 1 verschijnt: de naaicomputer stopt aan het
einde van een enkelmotief of een motiefcombinatie
⦁
druk 2-9x op het veld
►
de cijfers 2-9 verschijnen: de naaicomputer stopt na
het ingevoerde aantal afzonderlijke herhalingen of
motiefcombinaties
Bovendraadspanning
⦁
bovendraadspanning veranderen
►
de instelling is op het veld zichtbaar
Naaldstand
⦁
verschuif de ronde knop op het beeldscherm met
uw vinger naar links/rechts of
⦁
druk op de pijlvelden links/rechts
►
de naald wordt naar links/rechts verschoven
⦁
houd uw vinger op het pijlveld
►
de naald wordt snel verschoven
►
de naaldstand wordt in het geel omlijnde veld
weergegeven
⦁
druk op het geel omlijnde veld
►
de naald wordt in het midden gezet (positie 0)