1. Controleer of bij gesloten deksel één of meer indicatoren
knipperen. Het apparaat is inzetbaar als de OK indicator
knippert.
2. Open het deksel van de CardiAid. Het apparaat is inzetbaar als
aan de volgende voorwaarden is voldaan:
•
Alle indicatoren en instructie velden lichten kort op
•
Vervolgens brand de OK indicator constant
•
Het apparaat start met het geven van verbale instructies
3. Sluit het deksel vervolgens en verzeker u ervan dat het
apparaat naar de standbye status omschakelt. Het apparaat is
inzetbaar als de spraakinstructies afbreken en de OK indicator
knippert.
4. Onderwerp het apparaat aan een visuele controle. Controleer
de CardiAid op uiterlijke beschadigingen. Als het apparaat is
beschadigd mag het niet worden gebruikt.
5. Controleer of de accessoires compleet zijn. Ontbrekende of
kapotte onderdelen moeten vervangen worden.
6. Controleer of de elektroden goed zijn aangesloten. Zoniet,
druk de stekker dan stevig in het aansluitpunt.
7. Controleer of de elektroden stekker, de elektroden kabel en de
elektroden verpakking onbeschadigd zijn.
8. Verzeker u ervan dat de vervaldatum van de elektroden niet
is gepasseerd. De elektroden dienen te worden vervangen
wanneer de houdbaarheidsdatum is gepasseerd.
33