Batterij indicator
Storing indicator
OK indicator
32
6. Zelftest
In de standbye modus (deksel gesloten) voert de CardiAid
regelmatig uitvoerige zelftests uit. Bovendien wordt bij iedere
inschakeling (openen van het deksel) een korte zelftest
uitgevoerd. De toestand van de CardiAid wordt daarbij door
de Batterij indicator, de storing indicator en de OK indicator
weergegeven.
6.1 Tijdspunten
Dagelijks
Controleert u dagelijks de indicatoren van de CardiAid. Het
apparaat is inzetbaar als de OK indicator knippert.
Halfjaarlijks
Voert u elk half jaar een functie test uit als beschreven in
hoofdstuk 6.2
Batterij wisselen
Let er op dat de batterij van de CardiAid iedere 2 jaar vervangen
dient te worden. Het apparaat toont dit door het oplichten van
de batterij indicator. Bovendien klinkt iedere 4 minuten een
signaaltoon. Wendt u zich tot CardiaTech of een door CardiaTech
geautoriseerd service punt.
6.2 Functie Test
Voer iedere 6 maanden een functie test uit als hierna beschreven.
Wanneer u bij de functietest fouten of afwijkingen van de
ingestelde waarden vaststelt, mag het apparaat niet worden
gebruikt.
Probeert u allereerst het probleem aan de hand van hoofdstuk
7,
"Probleemoplossing"
dan dient u het apparaat door CardiaTech of een door CardiaTech
geautoriseerd service punt te laten herstellen.
zelf op te lossen. Wanneer dat niet lukt