Overzicht 7 Apparaat deksel 8 Aansluiting voor Elektroden stekker 15 OK Indicator 4 Instructie veld: * Ontbloot het bovenlichaam en plak er de elektroden op. 11 Storing indicator 5 Instructieveld: “Patiënt nu niet meer aanraken” 6 Instructie veld: “Patiënt mag weer worden aan- geraakt”...
Pagina 7
Dit veld licht op wanneer de patiënt weer mag worden aangeraakt, bv. Om de hartlong reanimatie uit te voeren 7 Apparaat Deksel De CardiAid wordt aan- en uitgezet door het deksel te openen en te sluiten. De elektroden dienen van de borst verwijderd te zijn bij het uitschakelen.
Pagina 8
11 Storing Indicator Als de storing indicator knippert of brand mag het apparaat niet worden gebruikt. Laat in dat geval de CardiAid onmiddellijk repareren door CardiaTech of een geautoriseerde service partner. 12 Batterij Indicator Als de batterij indicator knippert of brand is het apparaat niet gereed voor gebruik.
Gebruik de CardiAid alleen voor het hier beschreven doel. 1.2 Gebruik De CardiAid is ontwikkeld voor de inzet bij hartlong reanimatie en wordt terplekke op de plaats van het noodgeval gebruikt. De CardiAid is ontwikkeld voor de reanimatie van patiënten zwaarder dan 20 kg.
De optische en akoestische ondersteuning van de gebruiker bestaat uit door LED’s ondersteunde instructie velden en gesproken aanwijzingen. De CardiAid begint na opening direct met het geven van gesproken instructies en voert de gebruiker stap voor stap door de reanimatie.
Pagina 11
Wanneer uit de ECG analyse blijkt dat een door een Electro schok behandelbaar ritme ( kamer fibrillatie VF of hartkloppingen VT) aangetroffen is dan bereid de CardiAid de afgifte van een schok voor. Aansluitend wordt de gebruiker verzocht op de knipperende schok knop te drukken om de schok te geven.
Zorg ervoor dat direct professionele hulp geroepen wordt (bij voorkeur door één van de omstanders) terwijl U met de Aanwijzing: reanimatie begint. 4. Open het deksel van de CardiAid. Het apparaat start automatisch. 5. Volg exact de verbale instructies. Nauwkeurige informatie omtrent de opeenvolgende spraak instructies vindt...
U dient de gebruikshandleiding zorgvuldig door te lezen om een veilige en effectieve inzet van de CardiAid te garanderen. Vooral wanneer U op Uw eerste inzet van de CardiAid voorbereid wil zijn. Wanneer U nog vragen heeft over de in deze handleiding gegeven informatie, went U zich dan tot CardiaTech.
2.2 Besondere Kennzeichnungen am Gerät 2008 Cardiatech Holland BV J.C. Beetslaan 155 2131 AL Hoofddorp The Netherlands Serienummer van het apparaat Productie datum Apparaat niet via het normale huisvuil weggooien. Beschermingsklasse BF Bluetooth Attentie, gebruikshandleiding lezen Spatwater dicht Fabrikant Hoogspanning...
Let Op! Wanneer het apparaat zich anders gedraagt dan in deze handleiding beschreven mag het niet worden gebruikt. Let op! Laat u de CardiAid in dat geval direct door de fabrikant CardiaTech of een geautoriseerd service punt repareren.
Pagina 16
Gevaar! Let op! Opladen en afgeven van de Defibrillatie energie kan effect hebben op andere zich in de nabijheid van de CardiAid Let op! bevindende apparaten. Test deze apparaten voor ze weer gebruikt worden.
Pagina 17
CardiAid en elektrische apparaten (mobiele telefoons, radio’s, röntgenapparaten, enz.) een afstand van minstens 2 meter. Attentie! Dompel de CardiAid noch de accessoires in vloeistof. Er mag geen vloeistof in de CardiAid of de accessoires doordringen Attentie! omdat dat schade kan aanrichten. Bovendien kan dit voor de patiënt en de gebruiker gevaarlijk zijn.
Pagina 18
Verwijder tijdens de defibrillatie de verbinding tussen de patiënt en apparaten die geen defibrillatie bescherming Attentie! hebben. Attentie! De CardiAid behoort tot de veiligste producten in zijn klasse. Echter dan nog kan een foute interpretatie van het hartritme Attentie! niet volledig worden uitgesloten.
Pagina 19
Attentie! De CardiAid is niet beschermd tegen defibrillatie door andere apparaten. Daarom is het noodzakelijk de CardiAid elektroden Attentie! van de borst van de patiënt te verwijderen wanneer de inzet van een andere defibrillator noodzakelijk is. De CardiAid kan anders worden beschadigd.
2.4 Bijwerkingen De volgende ongewenste bijwerkingen kunnen optreden bij het gebruik van de CardiAid: • Verbrandingen van het huidoppervlak • Rode plekken op de huid • Bij patiënten met een geïmplanteerde pacemaker of eventueel andere elektronisch aangestuurde implantaten kan de werking van deze apparaten door een Electro schok verstoord worden •...
3. CardiAid gebruiksklaar maken Pak het apparaat uit Haal de CardiAid voorzichtig uit de verpakking. Kijk of alle onderdelen aanwezig zijn (hoofdstuk 11, pagina 40) Onderzoek alle onderdelen op beschadigingen. Als er onderdelen missen of beschadigd zijn, neem dan direct contact op met uw leverancier of met CardiaTech.
3.1 Wandhouder Installatie De CardiAid kan aan de muur bevestigd worden met behulp van de optioneel verkrijgbare wandhouder. De montage voorschriften bevinden zich in de verpakking van de wandhouder.
“opgeslagen informatie na gebruik”, op pagina 30 4.1 Voor gebruik van het apparaat apparaat inschakelen open het deksel van de CardiAid. Het apparaat start automatisch. Zelftest Na het inschakelen van de CardiAid wordt automatisch een zelftest uitgevoerd. Daarbij lichten alle informatie indicatoren en de instructie velden op.
Het deksel van het apparaat mag tijdens gebruik niet worden gesloten. Let op! 4.2 Reanimatie uitvoeren Na het openen van het deksel wordt u door de CardiAid met verbale en optische instructies door de reanimatie geleid. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u op de spraakaanwijzingen (“cursief”...
Pagina 25
• Bewustzijn • Ademhaling Alleen wanneer beide levenstekenen ontbreken mag de CardiAid worden ingezet en de defibrillatie voorbereid. Attentie! Voor het openen van de luchtwegen de kin iets optillen en het hoofd licht naar achteren bewegen (zie afbeelding) Aanwijzing: “Is er geen levensteken, ontbloot dan het bovenlichaam en (spraak instructie door servicepunt plak er de elektroden op“...
Pagina 26
ECG en een levensbedreigende vertraging van de defibrillatie veroorzaken. Na analyse van de ECG beslist de CardiAid of een schok bevorderlijk is of niet. Wanneer de patiënt gedurende de analyse is verplaatst of aangeraakt kan het voorkomen dat de analyse beweging vaststelt.
Pagina 27
Anders kunnen omstanders en de gebruiker levensgevaarlijk verwond raken. Let erop dat de patiënt pas weer wordt aangeraakt nadat de spraak instructie “patiënt mag weer worden aangeraakt!” heeft geklonken. Na de schok gaat de CardiAid als volgt verder:...
Pagina 28
Schok niet aanbevolen Wanneer de hartritme analyse (punt 4, “De patiënt nu niet meer aanraken”) een normaal sinusritme, een asystolie of een ander niet schokbaar ritme meet, vervolgt de CardiAid met: en vervolgens: “Schok niet aanbevolen”...
Pagina 29
Na de hartlong reanimatie de toestand van de elektroden controleren. Druk, indien nodig de elektroden nogmaals stevig Let op! vast op de borst van de patiënt. De CardiAid vervolgt met punt 4 “ Patiënt nu niet meer aanraken” “Hartritme wordt Het middelste instructie veld is verlicht.
Pagina 30
Let Op! Na de hartlong reanimatie de toestand van de elektroden controleren. Druk, indien nodig de elektroden nogmaals stevig Let op! vast op de borst van de patiënt. De CardiAid vervolgt met punt 4 “Patiënt nu niet meer aanraken” “Hartritme wordt Het middelste instructie veld is verlicht.
Volg de spraakaanwijzingen van de CardiAid. Informatie functie Tijdens het gebruik van de CardiAid kan het aantal gegeven schokken en de ingeschakelde tijd opgevraagd worden. Druk daartoe de I - toets (informatie toets). De informatie wordt enkel gegeven wanneer geen elektroden aangelegd zijn of tijdens de hartlong reanimatie.
ECG van de patiënt • Tijdpunten waarop een schok werd gegeven Neem altijd direct na het gebruik van de CardiAid contact op met CardiaTech. De opgeslagen gegevens kunnen alleen door CardiaTech dan wel een door CardiaTech geautoriseerde organisaties uitgelezen worden.
5. Hygiene De CardiAid dient met een desinfecterende vochtige niet natte doek te worden schoongemaakt. Let Op! De CardiAid niet in vloeistoffen dompelen. Let op!
Voert u elk half jaar een functie test uit als beschreven in hoofdstuk 6.2 Batterij wisselen Let er op dat de batterij van de CardiAid iedere 2 jaar vervangen dient te worden. Het apparaat toont dit door het oplichten van de batterij indicator. Bovendien klinkt iedere 4 minuten een signaaltoon.
Pagina 35
1. Controleer of bij gesloten deksel één of meer indicatoren knipperen. Het apparaat is inzetbaar als de OK indicator knippert. 2. Open het deksel van de CardiAid. Het apparaat is inzetbaar als aan de volgende voorwaarden is voldaan: • Alle indicatoren en instructie velden lichten kort op •...
LED STATUS Storing Oorzaak Oplossing Batterij indicator en OK De batterij is zwak en De CardiAid kan in noodgevallen indicator knipperen in kan nog slechts enkele worden gebruikt. Met Batterij indicator standbye modus. schokken geven.
Pagina 37
LED STATUS Storing Oorzaak Oplossing Terwijl de elektroden Elektroden stekker zit Elektroden stekker goed goed zijn aangesloten niet goed. aansluiten en aandrukken. blijft herhaald “Plak de elektroden zitten niet Elektroden vast op de, eventueel elektroden op de blote goed. geschoren droge huid drukken. borst”...
8 Milieu regels m.b.t. verwijdering Verwijder het apparaat niet via het normale huisvuil. Informatie over de verwijdering van de CardiaTech vindt u op de CardiaTech website (www.cardiatech.com) Milieu vriendelijke verwijdering van elektrische en elektronische apparaten (dient te worden opgevolgd in landen van de Europese Unie en andere Europese landen met een separaat verwijderingsysteem voor deze producten) .
Houdt u zich ook bij opslag aan de voorgeschreven temperatuur condities (zie pagina 41). Extreme magazijn temperaturen kunnen de levensduur van de batterij zeer nadelig beïnvloeden. Bewaar de CardiAid niet in direct zonlicht. Bewaar de CardiAid in een droge omgeving.
De CardiAid moet regelmatig technisch worden gecontroleerd. 1 . Technische controle na gebruik met schok afgifte: De CardiAid moet na iedere inzet waarbij een schok is gegeven technisch worden onderzocht. Naast de zekerheid over een correct inzetbaar product te beschikken, heeft het uitlezen van de opgeslagen informatie ook ten doel het product voortdurend te verbeteren.
Pagina 41
2 jaarlijkse controle (zie punt 2, verplicht in sommige landen maar standaard geadviseerd om altijd uit te voeren) dient de CardiAid iedere 6 jaar aan een uitgebreide technische controle te worden onderworpen. Deze test vervangt iedere derde STK. Naast de STK wordt bij deze controle ook de toestand van de verschillende onderdelen getest.
Verpakkingsmateriaal kan verstikking veroorzaken. Bewaar het daarom buiten het bereik van kinderen of verwijder het Let op! volgens de voorschriften. De standaard verpakking van de CardiAid bevat het volgende: • CardiAid AED, inclusief batterij en draagtas. • 1 paar defibrillatie elektroden •...
12 TECHNISCHE GEGEVENS 12.1 SPECIFICATIES Apparaat Afmetingen / Omgeving / Normen Afmetingen l x w x h (in mm, inclusief handvat) ............. . 301 x 304 x 112 Gewicht inclusief batterij en elektroden.
Pagina 44
Afgegeven energie bij 50 Ω ............Laag energie niveau 174 J < ± 15% .
Pagina 45
Richtlijnen en verklaring Fabrikant – Elektromagnetische straling De Public Access Defibrillator CardiAid is geschikt voor gebruik in de volgende elektromagnetische omgevingen. De klant of gebruiker van de CardiAid AED dient zich er van te vergewissen dat het apparaat in zo’n omgeving wordt gebruikt.
Pagina 48
Aanbevolen veiligheidsafstanden tussen draagbare en mobiele HF - telecommunicatie apparaten en de public access defibrillator CardiAid De Public Access Defibrillator CardiAid is bedoeld voor gebruik in omgevingen waar de HF – storingsgrootte kan worden gecontroleerd. De klant of gebruiker van de CardiAid kan helpen elektromagnetische storingen te vermijden door bij de afstand tussen de CardiAid en mobiele RF –...
12.2 Puls Type Het Puls type toont een maximale constante spanning. Beschadiging van de hartspier (Myocard), meestal veroorzaakt door te hoge elektrische spanning, in het bijzonder bij lage patiënt impedantie, wordt aanzienlijk gereduceerd. Het Puls type / Schokenergie kan alleen door het service punt worden geconfigureerd.
Pagina 50
Impedantie afhankelijkheid Uit veiligheidsoverwegingen worden spanningen van niet meer dan 2000 Volt gebruikt. De daaruit voortvloeiende spanning in verhouding tot de patiënt impedantie wordt in onderstaande grafiek getoond. energie verloop bij hoge patiënt impedantie De vaststelling van een constante stroom lijdt tot een beslissend effect bij de energie afgifte aan de patiënt.
Pagina 51
13. Adres Hoofdkantoor: Cardiatech Holland BV Ditlaar 7 1066 EE Amsterdam The Netherlands E-mail: info@cardiatech.com Internet: www.cardiatech.com...