6 In bedrijf nemen
Potentiometer voor scha-
kelpuntinstelling
Overloopbeveiliging
(max. bedrijf)
Droogloopbeveiliging
(min. bedrijf)
16
Informatie:
Let erop, dat de schakelvertraging van de sensor en de meetverster-
ker bij elkaar worden opgeteld.
Via een potentiometer wordt het relaisschakelpunt ingesteld. De
verdere beschrijving vindt u afhankelijk van de bedrijfsmodus en de
gebruikte sensoren in de volgende hoofdstukken.
6.3
Schakelpuntinstelling met 4 ... 20 mA-sensor
(continu)
Bij toepassing van een continu metende 4...20 mA-sensor kan het
schakelpunt op elk willekeurig punt tussen 0...100% worden inge-
steld. Afhankelijk van de bedrijfsmodus stelt u nu het schakelpunt in
zoals hierna wordt beschreven.
Fig. 5: Toepassingsvoorbeelden met 4...20 mA-sensor (druksensor of capacitie-
ve staafmeetsonde)
1. Waarborg, dat op het DIL-schakelaarblok de schakelaar 1 op "
max." is ingesteld. De schakelaar voor de in- en uitschakelvertra-
ging moet op " 0 s" staan.
2. Stel de potentiometer in op de rechteraanslag, de gele LED-indi-
catie brandt
3. Vul de tank tot het door u gewenste maximale niveau
4. Verdraai de potentiometer langzaam linksom, totdat de gele
LED-indicatie uitgaat. De regelaar is nu bedrijfsgereed.
1. Waarborg, dat op het DIL-schakelaarblok de schakelaar 1 op "
min." is ingesteld. De schakelaar voor de in- en uitschakelvertra-
ging moet op " 0 s" staan.
2. Stel de potentiometer in op de linkeraanslag, de gele LED-indica-
tie brandt
3. Maak de tank leeg tot het door u gewenste minimale niveau
4. Verdraai de potentiometer langzaam rechtsom, totdat de gele
LED-indicatie uitgaat. De regelaar is nu bedrijfsgereed.
VEGATOR 141 •