VEGATOR 141 •
5.2
Ingangsbedrijfsmodus actief/passief
Via de keuze van de aansluitklemmen kan tussen actief en passief
bedrijf van de meetgegevensingang worden gekozen.
•
In de actieve bedrijfsstand stelt de VEGATOR 141 de voedings-
spanning voor de aangesloten sensor ter beschikking. De voeding
en de meetwaarde-overdracht worden daarbij via één 2-aderige
kabel gerealiseerd. Deze bedrijfsstand is bedoeld voor de aanslui-
ting van meetversterkers zonder separate voeding (sensoren in
2-draads uitvoering).
•
In de passieve bedrijfsmodus worden de sensoren niet gevoed,
hierbij wordt uitsluitend de meetwaarde overgedragen. Deze
ingang is bedoeld voor de aansluiting van meetversterkers met
eigen, afzonderlijke voedingsspanning (sensoren in vierdraads-
uitvoering). Bovendien kan de VEGATOR 141 net als een gewoon
stroommeetinstrument in een aanwezig stroomcircuit worden
opgenomen. Zo kunnen met een sensor ook meerdere meetver-
sterkers worden aangestuurd, om verschillende grenswaarden te
bewaken.
Opmerking:
Bij een VEGATOR 141 in Ex-uitvoering is de passieve ingang om
toelatingstechnische redenen niet aanwezig.
5.3
Aansluitstappen
De opsteekbare aansluitklemmen kunnen indien nodig worden los-
getrokken voor een gemakkelijke aansluiting. Ga voor de elektrische
aansluiting als volgt te werk:
1. Monteer het instrument zoals in het voorgaande hoofdstuk be-
schreven staat.
2. Sensorkabel op klem 1 / 2 aansluiten, eventueel afscherming
aansluiten.
3. Spanningsloos geschakelde voeding op klem 16/17 aansluiten.
4. Relais op klem 10/11/12 aansluiten
5. Bij de optie met fail-safe relais: relais op klem 13/14/15 aansluiten
De elektrische aansluiting is zo afgerond.
5 Op de voedingsspanning aansluiten
11