REMKO RXS H
Koudemiddel bijvullen
LET OP!
Let er op dat het gebruikte
koudemiddel altijd in
vloeibare vorm gevuld wordt!
LET OP!
Draag bij de omgang met
koudemiddelen altijd de
betreffende beschermende
kleding.
Het apparaat beschikt over een basisvulling met koudemiddel Deze
basisvulling moet afhankelijk van de combinatie met de binnenunit
worden aangevuld.
In de volgende tabel zijn de betreffende nieuwe, aangevulde
basiskoudemiddelhoeveelheden opgegeven:
Koelen / verwarmen
RXS 261H RXS 351H RXS 521H RXS 681H RXS 1200H
RXW 261
+ 0 g
RXW 351
-
RXW 521
-
RXW 681
-
RXD 260
+ 200 g
RXD 350
-
RXD 520
-
RXD 680
-
RXD 1200
-
RXT 350
-
RXT 520
-
RXT 680
-
Daarnaast moet bij koudemiddelleidingen van meer dan 5 meter enkele
lengte per koudekringloop een extra vulhoeveelheid volgens de hiernaast
opgenomen tabel worden bijgevuld:
RXS 261H RXS 351H RXS 521H RXS 681H RXS 1200H
Enkele leidinglengte
Tot en met 5 m
5 m bis max. 25 m
25 g/m
16
OPMERKING
De vulhoeveelheid van
het koudemiddel moet
gecontroleerd worden op
basis van de oververhitting
-
-
+ 0 g
-
-
+ 0 g
-
-
-
-
+ 200 g
-
-
+ 200 g
-
-
-
-
+ 150 g
-
-
+ 150 g
-
-
Extra vulhoeveelheid
0 g/m
0 g/m
0 g/m
25 g/m
25 g/m
-
-
-
-
-
-
+ 0 g
-
-
-
-
-
-
-
+ 200 g
-
-
+ 0 g
-
-
-
-
+ 150 g
-
0 g/m
0 g/m
45 g/m
65 g/m
Inbedrijfstelling
OPMERKING
De inbedrijfstelling mag
alleen door speciaal geschoold
vakpersoneel en volgens de
certificeringseisen uitgevoerd
en gedocumenteerd worden.
Voor de inbedrijfstelling van
de totale installatie moeten de
gebruikshandleidingen van de
binnenunit en de buitenunit
worden opgevolgd.
Nadat alle onderdelen zijn
aangesloten en getest kan de
installatie in bedrijf worden
genomen.
Om de juiste werking te kunnen
garanderen moet vóór het
overdragen aan de gebruiker een
functiecontrole worden uitgevoerd,
om eventuele onregelmatigheden
in de werking van het apparaat
vast te stellen.
Deze controle is afhankelijk van de
gemonteerde binnenunit.
In de gebruikshandleiding van de
in bedrijf te nemen binnenunit is
de werkwijze vastgelegd.
Functiecontrole en
proefdraaien
Controleer de volgende punten:
Lekdichtheid van de
■
koudemiddelleidingen.
Gelijkmatige loop van
■
compressor en ventilator.
Afgifte koude lucht door de
■
binnenunit en verwarmde
lucht door de buitenunit tijdens
koelbedrijf.