wordt gezorgd voor een gelijkmatige verdeling van de
temperatuur door het hele gebouw, en fungeert dus als
een volledig automatische desstratificatie-ventilator.
6.3.1
Uitschakelen delta-T-regeling uit
De delta-T-regeling kan worden uitgeschakeld wanneer dit
niet gewenst is (bijvoorbeeld wanneer het tocht of minder
komfoor veroorzaakt). Dit kan worden gedaan in het menu
Instellingen van de ruimtethermostaat. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de speciale ruimtethermostaat
voor meer informatie.
LET OP
Delta-T-regeling wordt automatisch uitgeschakeld
wanneer de delta-T-sensor (terminal J6) wordt
losgekoppeld.
6.4 Zomerventilatie
De ventilator kan in de zomer worden ingeschakeld. Volg
de instructies in de gebruikershandleiding van de speciale
ruimtethermostaat.
6.5 Beveiliging tegen oververhitting
De warmtewisselaar en het rookkanaalsysteem van de
luchtverwarmer zijn beide beschermd tegen oververhitting.
6.5.1
Warmtewisselaar
Een NTC-temperatuursensor bevindt zich in de buurt
van (of op) de warmtewisselaar. Deze sensor bewaakt de
temperatuur van de warmtewisselaar.
Als de warmtewisselaar te heet wordt, zal deze sensor
ervoor zorgen dat het verwarmingsproces stopt.
Afhankelijk van de temperatuur voert de luchtverwarmer
de volgende acties uit:
•
Stap 1: Vermogensreductie (indien mogelijk).
•
Stap 2: De brander stopt, gevolgd door een
automatische herstart wanneer het toestel weer is
afgekoeld (weergave: E05 / E36).
•
Stap 3: De brander stopt, gevolgd door een
vergrendeling. Een handmatige reset is vereist.
(display L15).
LET OP
Een handmatige reset kan worden uitgevoerd op
de elektronische printplaat of op afstand met de speciale
kamerthermostaat.
INSTALLATIEHANDLEIDING LUCHTVERWARMER TYPE XR
6.5.2 Rookgasafvoersysteem
De rookgassensor (NTC) is een optioneel onderdeel
dat zich in het rookgassysteem van de luchtverwarmer
bevindt. Deze sensor bewaakt de temperatuur van het
rookgaskanaal.
Als de warmtewisselaar te heet wordt, zal deze sensor
ervoor zorgen dat het verwarmingsproces stopt.
Afhankelijk van de temperatuur voert de luchtverwarmer
de volgende acties uit:
•
Stap 1: Vermogensreductie (indien mogelijk).
•
Stap 2: De brander stopt, gevolgd door een
automatische herstart wanneer het toestel weer is
afgekoeld.
•
Stap 3: De brander stopt, gevolgd door een
vergrendeling. Een handmatige reset is vereist.
(display L16).
LET OP
Een handmatige reset kan worden uitgevoerd op
de elektronische printplaat of op afstand met de speciale
kamerthermostaat.
6.6 Rookgas transport controle
De luchtverwarmer is uitgerust met een drukschakelaar
die de het transport van de verbrandingslucht door
de warmtewisselaar controleert. De drukschakelaar
controleert alleen tijdens de voorspoelfase. Als het
drukverschil te laag is, start de luchtverwarmer niet. Fout
L-14 wordt op het display weergegeven.
19