2
1
N
L
N
L
PE
N
L
4
5
PE
N
L
4
5
22°C
4
5
4
5
4
5
22°C
Figuur 12 - Aansluiting van meerdere luchtverwarmers
op een modulerende kamerthermostaat
Elke luchtverwarmer heeft een uniek nummer nodig
dat wordt herkend door de kamerthermostaat. Dit
toestelnummer kan worden ingesteld met de J14-
schakelaar op de besturingsprint van elke luchtverwarmer:
1. Stel de S1- en J14-schakelaars op de besturing-
print als volgt in (figuur 13):
a. Zet de schakelaar S1 van de eerste luchtver-
warmer op 1.
b. Zet de S1-schakelaar van de andere luchtver-
hitters op 2.
c. Zet de J14-schakelaar van de eerste luchtver-
warmer op 1.
d. Zet de J14-schakelaar van de tweede lucht-
verwarmer op 2, enz.
S1
ON
1
0
1 2 3 4 5 6 7 8
ON
1
0
1 2 3 4 5 6 7 8
ON
1
0
1 2 3 4 5 6 7 8
Figuur 13 - Posities van de S1- en J14-schakelaars voor
de eerste drie luchtverwarmers in een systeem
INSTALLATIEHANDLEIDING LUCHTVERWARMER TYPE XR
3
...8
N
L
N
L
PE
N
L
4
5
4
5
PE
N
L
S1
J14
1
ON
1
0
1 2 3 4 5 6 7 8
2
ON
1
0
1 2 3 4 5 6 7 8
3
ON
1
0
1 2 3 4 5 6 7 8
J14
LET OP
Als de J14-schakelaar van meer dan één
luchtverwarmer op hetzelfde nummer is ingesteld, zal het
systeem niet werken.
LET OP
De luchtverwarmer moet worden uitgeschakeld
wanneer de schakelaars worden ingesteld. Anders hebben
de instellingen geen effect.
4.5.4 AAN / UIT thermostaatinstallatie
Om de luchtverwarmer aan te sluiten op een AAN / UIT
kamerthermostaat, doet u het volgende:
•
Sluit de twee thermostaatdraden aan op klem 6 en
7 (zie figuur 14 of het elektrisch schema in §11).
Dit is een 24 V-aansluiting voor het signaal van de
thermostaat.
Figuur 14 - Thermostaataansluiting AAN / UIT
LET OP
Combineer deze verbindingen nooit met de
terminals 6 en 7 van andere luchtverwarmers.
LET OP
Gebruik altijd afzonderlijke relais voor elke
luchtverwarmer.
LET OP
Sluit geen externe voedingsbron op deze
aansluitingen aan. Deze aansluiting heeft een droog
contact nodig.
13