Figuur 16
Opmerking:
De aandrijfkettingen niet smeren tenzij
deze stijf worden vanwege roest. Als de ketting gaat
roesten, moet u deze licht smeren met een droog
smeermiddel. Dit verkleint de kans dat er zich zand
ophoopt of dat ander topdressingmateriaal aan de
ketting blijft plakken.
Onderhoud
aandrijfsysteem
Bandenspanning
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1.
Volg de procedure die wordt beschreven in
g012653
bereidingen voor onderhoudswerkzaamheden
(bladz.
20).
2.
De bandenspanning controleren.
U moet een luchtdruk van 1,38 tot 2,07 bar
meten.
3.
Als de luchtdruk te laag of te hoog is, moet u
lucht toevoegen aan of aflaten uit de banden tot
u 1,38 tot 2,07 bar meet.
De wielbouten aandraaien
Onderhoudsinterval: Na het eerste bedrijfsuur
Na de eerste 10 bedrijfsuren
Om de 200 bedrijfsuren
Belangrijk:
Indien de correcte torsie niet wordt
aangehouden, kan dit leiden tot defecten of verlies
van het wiel.
1.
Volg de procedure die wordt beschreven in
bereidingen voor onderhoudswerkzaamheden
(bladz.
20).
2.
Draai de 20 wielbouten vast met een torsie van
109 tot 122 Nm.
De aandrijfketting van de
wielen aanspannen
1.
Volg de procedure die wordt beschreven in
bereidingen voor onderhoudswerkzaamheden
(bladz.
20).
2.
Zet de slotbouten en moeren los waarmee de
hydraulische motor/pomp aan de asdrager zit
(Figuur
17).
21
Voor-
Voor-
Voor-