6
Inbedrijfstelling .........................................................................................96
3
5.8.7
Aansluiting van een directe verwarmingsgroep en
een aparte boiler ...................................................72
5.8.8
Aansluiting van twee kringen en een SWW-
boiler .....................................................................74
5.8.9
Aansluiting van twee verwarmingskringen met
evenwichtsfles .......................................................76
5.8.10
Aansluiting van een buffervat ................................78
5.8.11
Aansluiting zwembad ............................................84
5.8.12
Aansluiting van een combireservoir ......................86
5.8.13
Aansluiten van accessoires ...................................87
5.8.14
Aansluiting in cascade ..........................................88
5.9
Elektrisch schema ..............................................90
5.9.1
Ketel ......................................................................90
5.9.2
Brander .................................................................92
5.10 Vullen van de installatie .....................................93
5.10.1
Waterbehandeling .................................................93
5.10.2
Vul de verwarmingscircuit .....................................93
5.10.3
Vul de sanitair waterkring ......................................95
6.1
Bedieningspaneel ...............................................96
6.1.1
Omschrijving van de toetsen .................................96
6.1.2
Omschrijving van de display .................................97
6.1.3
Toegang tot de verschillende
navigatieniveaus .................................................100
6.1.4
Navigeren in de menu's ......................................101
6.2
Controles en afstellingen voor de
inbedrijfstelling .................................................102
6.2.1
Ketel bedrijfsklaar maken ....................................102
6.3
Het apparaat inschakelen ................................102
6.4
Afstelling van de brander .................................104
6.4.1
Handelingen uit te voeren alvorens de brander af te
stellen ..................................................................104
6.4.2
Afstelling van de 3 werkingsvermogens van de
brander ................................................................104
6.4.3
Controle van de verbranding ...............................106
6.5
Controles en afstellingen na
inbedrijfstelling .................................................106
6.5.1
Geef de parameters van de uitgebreide modus
weer ....................................................................106
6.5.2
Stel de bij de installatie behorende parameters
in .........................................................................107
6.5.3
Geef de kringen en generatoren een naam ........112
6.5.4
Aanpassen van de stooklijn ................................113
6.5.5
Afsluitende werkzaamheden ...............................115
6.6
Weergave van de gemeten waarden ...............115
6.7
Instellingen wijzigen .........................................116
6.7.1
De taal selecteren ...............................................117
19/12/2016 - 7672254-02