Reinigen
^ Reinig het gootje en de afvoerope-
ning voor het dooiwater regelmatig
met een wattenstaafje of iets derge-
lijks, zodat het dooiwater ongehin-
derd kan weglopen.
Verwijder daartoe de schuifvakken
van de PerfectFresh-zone.
^ De schuifvakken van de Perfect-
Fresh-zone bevinden zich op telesco-
pische geleiders. Reinig de telesco-
pische geleiders met een vochtige
doek.
Let er bij het reinigen op dat u het
speciale vet in de telescopische ge-
leiders niet verwijdert.
^ Laat de deuren van het toestel korte
tijd openstaan.
Luchttoevoer- en
luchtafvoeropeningen
^ Reinig de luchttoevoer- en luchtaf-
voeropeningen regelmatig met een
borsteltje of een stofzuiger. Wanneer
er zich stof ophoopt, stijgt het ener-
gieverbruik.
46
Deurdichting
Behandel de deurdichting niet met
olie of vet. Anders wordt deze na
verloop van tijd poreus.
^ Reinig de deurdichting regelmatig
uitsluitend met schoon water en
droog ze daarna grondig met een
doek.
Na het reinigen
^ Plaats alle onderdelen in de koelzo-
ne.
^ Plaats de levensmiddelen in de koel-
zone en sluit de toesteldeuren.
^ Steek de stekker van het toestel weer
in het stopcontact of schakel de des-
betreffende zekering in uw
zekeringkast weer in, en schakel het
toestel weer in.
^ Schakel de functie "Superfrost" in, zo-
dat de vrieszone snel koud wordt.
^ Schuif de vriesladen met de levens-
middelen in de vrieszone.
^ Schakel de functie "Superfrost" uit
door op de toets voor "Superfrost" te
drukken zodra er een constante
vrieszonetemperatuur van minstens
-18 °C bereikt is.