3.2 Een bericht typen
In de bewerkingsmodus is Engels de standaardinvoermethode. U
kunt op het Toetsenblok drukken om de invoermethode te wijzigen
voor toegang tot de nummers 1, 2, 3... of u kunt de bijbehorende
toets lang indrukken om het nummer te krijgen dat u wilt.
• Voor normale tekstinvoer drukt u herhaaldelijk op een cijfertoets,
2-9, tot het gewenste teken wordt weergegeven. Als de volgende
letter zich onder dezelfde toets bevindt als de huidige letter, druk
dan herhaaldelijk op de toets totdat de cursor wordt weergegeven.
• Druk op de
-toets om te schakelen tussen de modi "abc-->
ABC--> 123".
• Als u interpunctie of een speciaal teken wilt invoegen, drukt u op
de toets
.
• Druk op de
-toets om een spatie in te voeren.
• Als u eerder getypte letters of symbolen wilt verwijderen, drukt
u op de Rechterfunctietoets om ze één voor één te verwijderen.
Een SMS-bericht langer dan een bepaald aantal tekens (het
aantal tekens hangt af van de taal waarin u schrijft) wordt als
meerdere SMS-berichten in rekening gebracht. SMS-berichten
worden groter als u bepaalde letters (met accenten) gebruikt.
Dit kan tot gevolg hebben dat er meerdere SMS-berichten
worden verzonden naar de ontvanger.
27
3.3 SMS-instellingen
SIM-berichtinstelling
- SMSC-adres
U kunt uw SMSC-adres bekijken en bewerken.
- Geldigheidsperiode
U kunt de geldigheidsperiode van uw bericht instellen op 1 uur, 6 uur,
12 uur, 1 dag, 3 dagen, 1 week of Maximum.
Geheugenstatus
U kunt de geheugenstatus van uw simkaart en telefoon bekijken.
Verzonden bericht opslaan
Selecteer Aan/uit om verzonden berichten al dan niet op te slaan.
Voorkeur opslaglocatie
Stel het pad in voor de locatie van uw opgeslagen berichten.
Tekenset
U kunt de tekencode instellen op Automatisch of 7-bits.
28