Inhoudsopgave
Advertenties
3.3.15
Reserveonderdelen en gereedschappen die-
nen overeen te stemmen met de door de fabrikant/le-
verancier vastgelegde technische vereisten, dit is bij
originele reserveonderdelen steeds gegarandeerd!.
3.3.16
Voorgeschreven of in de gebruikshandleiding
aangegeven termijnen voor terugkerende
controle/ inspectie aanhouden.
3.3.17
Voor de uitvoering van servicemaatregelen
is een voor deze werkzaamheden gepaste ruimte
(toegankelijkheid rondom de machine), een gepaste
werkplaatsuitrusting en overeenkomstig vakperso-
neel beslist noodzakelijk!.
3.4
Personeelskeuze en kwalificatie;
fundamentele plichten
3.4.1
Werkzaamheden aan/met de machine mo-
gen enkel uitgevoerd worden door betrouwbaar en
vakkundig personeel!. Wettelijk toegelaten minimum
leeftijd dient nageleefd te worden.
3.4.2
Geschoold of opgeleid personeel gebruiken,
verantwoordelijkheden van het personeel voor het
bedienen, klaarmaken, onderhouden en herstellen
duidelijk vastleggen.
3.4.3
Zich ervan verzekeren dat enkel hiervoor opge-
dragen en vakkundig personeel aan de machine werkt.
3.4.4
Machinebestuurdersverantwoordelijkheden
vastleggen en het hem mogelijk maken aanwijzingen
van derden, die de veiligheid nadelig beïnvloeden, af
te wijzen.
3.4.5
Personeel dat in opleiding is, in instructie
is, of zich in het kader van een algemene vorming
bevindt, enkel aan de machine laten werken onder
toezicht van een ervaren persoon!
3.4.6
Werkzaamheden aan de elektrische inrichtin-
gen en uitrustingen van de machine mogen enkel
door een elektrovakman of door opgeleid personeel
onder leiding en toezicht van een elektrovakman, vol-
gens de elektrotechnische regels, uitgevoerd worden!
3.5
Veiligheidsaanwijzingen bij
bepaalde bedrijfsfazen
I.
Normale werking
3.5.1
Elke veiligheidbedenkelijke arbeidswijze is
verboden.
3.5.2
Voor het begin van de werkzaamheden
zich vertrouwd maken met de arbeidsomgeving!.
Bij het begin van de werkzaamheden horen bv. de
hindernissen in het arbeids- en verkeersbereik, de
draagkracht van de ondergrond en de noodzakelijke
afsluitingen van de bouwplaats voor het openbaar
verkeer en mogelijkheden tot hulp bij ongevallen.
• CEDIMA® • Technische documentatie • Alle rechten volgens ISO 16016 • Wijzigingen, die de technischen vooruitgang dienen, voorbehouden •
12
Fundamentele veiligheidsaanwijzingen
3.5.3
Machine op effen, vaste en stabiele onder-
grond opstellen!. De standveiligheid dient gewaar-
borgd te worden! De inzetplaats vrijmaken van alles
wat de arbeidshandelingen kan verhinderen!. De
bedienaar dient een veilige stand op effen, vaste,
stabiele ondergrond te hebben en op elk moment
hetzelfde gewicht te behouden.
3.5.4
De door de fabrikant aangegeven bepalingen
voor de aansluiting aan stroom-, water-, ... voorzie-
ning aanhouden!
3.5.5
Maatregelen treffen, zodat met de machine in
veilige en bedrijfsklare toestand gewerkt wordt. pas
met de machine werken wanneer alle bescherming-
suitrustingen en veiligheidsbetreffende inrichtingen,
bv. losmaakbare beschermingsinrichtingen, noodsto-
pinrichtingen, geluidsdemping voorhanden en bedri-
jfsklaar zijn.
3.5.6
Voor elke arbeidsinzet en minstens eenmaal
per ploeg de machine op uiterlijk herkenbare schade
en gebreken controleren. Opgetreden veranderingen
(inclusief het werkingsgedrag) direct melden op de
verantwoordelijke plaats/de verantwoordelijke per-
soon. Machine ev. direct stilzetten en beveiligen.
3.5.7
Voor inbedrijfname dient gecontroleerd te
worden:
– de door de fabrikant, afhankelijk van het te bewer-
ken materiaal, de bewerkingshandelingen (droog-
of natsnijden), toegelaten diamantzaag- (slijp-)
schijven (verder zaagblad genoemd),
– de reglementaire toestand van het zaagblad (geen
vervormingen, beschadigingen,...),
– de door de fabrikant toegelaten diameter van het
zaagblad,
– de door de fabrikant toegelaten snijsnelheid (to-
erental) van het zaagblad (max. aandrijftoerental
van de machine),
– de overeenstemming van de draairichting van de
machine met het zaagblad,
– de compatibiliteit van het zaagblad met de ge-
reedschapsopname (centreerboring / flens),
– de vrije rotatie van het zaagblad,
– de vaste zitting van het zaagblad (montage volgens
voorgave van de fabrikant, met originele verbin-
dingselementen).
3.5.8
De machine is ontworpen voor natsnijwerking.
Voor voldoende watertoevoer op de juiste plaats zor-
gen. Koelwater aanvoeren volgens het snijverloop!.
3.5.9
In- en uitschakelhandelingen, ev. controlea-
anduidingen naleven volgens de bedrijfshandleiding!.
De machine uitsluitend vanaf de bedienaarsplaats
starten en bedienen (CTS•57 G, voor de roltafel,
resp. pendelsnijarmgreep).
voor tafelzagen
Advertenties
Inhoudsopgave
