Inhoudsopgave
Advertenties
Fundamentele veiligheidsaanwijzingen
voor tafelzagen
3.2
Doelgericht gebruik, zinvol
voorzienbare foutieve toepassing
3.2.1
De tafelzaag, hierna volgend machine geno-
emd, is volgens de stand der techniek en de erkende
veiligheidstechnische regels gebouwd. Dan nog kun-
nen bij het gebruik ervan gevaren voor lijf en leden
van de gebruiker of derden resp. beïnvloedingen van
de machine/installatie en andere materiële zaken
ontstaan.
3.2.2
De machine mag enkel in technisch onberis-
pelijke toestand alsook doelgericht, veiligheids- en
gevarenbewust, onder naleving van deze gebruiks-
handleiding en de geldende nationale bepalingen
gebruikt worden! In het bijzonder storingen, die de
veiligheid kunnen beïnvloeden, dienen direct verhol-
pen te worden!
3.2.3
De in veilige stand opgestelde machine is
uitsluitend bestemd voor het zagen/slijpen door
middel van diamantzaag- (slijp-) schijven van stenen
en abrasieve bouwmaterialen, die in de hoog- en
ondergrondse bouw gebruikt worden. Een ander of
hier bovenuit gaand gebruik is niet doelgericht, in
het bijzonder is het werken met andere dan door
de fabrikant /leverancier (met de vereiste nominale
eigenschappen) vastgelegde gereedschappen niet
toegelaten! Voor hieruit resulterende schade aan-
vaardt de fabrikant/leverancier geen aansprakelijk-
heid. Het risico wordt enkel door de gebruiker gedra-
gen. Tot doelgericht gebruik hoort ook het naleven
van de gebruikshandleiding en het aanhouden van
de inspectie- en onderhoudsbepalingen.
3.3
Organisatorische maatregelen
3.3.1
De gebruikshandleiding dient steeds op de
gebruiksplaats van de machine / installatie grijpens-
klaar bewaard te worden.
3.3.2
Bijkomend bij de gebruikshandleiding dienen
algemeen geldende en andere wettelijke regelingen
ter voorkoming van ongevallen en ter bescherming
van het milieu nageleefd te worden!. Zulke ver-
plichtingen kunnen bv. ook de omgang met gevaarli-
jke stoffen of het ter beschikking stellen/dragen van
persoonlijke beschermingsuitrusting betreffen!.
3.3.3
Deze gebruikshandleiding dient aangevuld
te worden met aanwijzingen, inclusief toezicht- en
meldingsplichten met betrekking tot operationele
bijzonderheden, bv. betreffende arbeidsorganisatie,
arbeidsverloop, ingezet personeel!.
3.3.4
De exploitant dient:
- in een gevarenbeoordeling (volgens arbeidsbescher-
mingswetgeving §5) de verdere gevaren door te ge-
ven, die zich door de speciale arbeidsomstandigheden
op de gebruiksplaats van de machine voordoen.
• CEDIMA® • Technische documentatie • Alle rechten volgens ISO 16016 • Wijzigingen, die de technischen vooruitgang dienen, voorbehouden •
- in een gebruiksaanwijzing (volgens arbeidsbescher-
mingswetgeving §6) alle verdere aanwijzingen en
veiligheidsaanwijzingen samen te vatten, die zich uit
de gevarenbeoordeling van de arbeidsplaats aan de
machine voordoen.
3.3.5
Het met het behandelen van de machine op-
gedragen personeel dient voor het begin van de ar-
beid de gebruikshandleiding, en in het bijzonder het
hoofdstuk gevarenaanwijzingen, gelezen te hebben.
Dit geldt in het bijzonder ook voor het personeel dat
slechts sporadisch (bv. bij klaarmaken, onderhoud)
aan de machine werkt!.
3.3.6
Het veiligheids- en gevarenbewust werken,
met naleving van de gebruikshandleiding door het
personeel, dient op zijn minst af en toe gecontroleerd
te worden.
3.3.7
Het personeel mag geen loshangende haren,
loszittende kleding of sieraden inclusief ringen dra-
gen. Er bestaat letselgevaar (bv. door blijven hangen
of intrekken).
3.3.8
In zoverre vereist of door voorschriften ver-
plicht, dient persoonlijke beschermuitrusting gebruikt
te worden (bv. veiligheidsbril, gehoorbescherming,
veiligheidsschoenen, gepaste beschermkledij)!.
Overeenkomstig de respectievelijke inzetbepalingen
van de machine kan het dragen van extra persoonlijke
beschermuitrusting vereist zijn!. De voorschriften ter
voorkoming van ongevallen dienen nageleefd te worden.
3.3.9
Alle veiligheids- en gevarenaanwijzingen aan/
in/op de machine naleven en in volledig leesbare
toestand houden!
3.3.10
De elektrische aansluiting van de machine en
de componenten mag uitsluitend aan EG-conforme
stroomnetten met de, in deze gebruikshandleiding,
gedefinieerde beveiliging resp. plaatsing gebeuren.
3.3.11
Bij veiligheidsrelevante wijzigingen van de
machine of het werkingsgedrag de machine direct
stilzetten en de storing melden op de verantwoordeli-
jke plaats/de verantwoordelijke persoon.
3.3.12
Veiligheidsinstallaties aan, in resp. op de ma-
chine mogen niet verwijderd of buiten werking gezet
worden.
3.3.13
Geen wijzigingen, aan- en ombouwingen
aan de machine uitvoeren, die de veiligheid kunnen
beïnvloeden zonder toestemming van de leverancier/
fabrikant. Dit geldt ook voor het monteren en het
instellen van veiligheidsinstallaties alsook voor het
lassen en boren aan dragende onderdelen!.
3.3.14
Defecte of beschadigde onderdelen van de
machine direct vervangen! Originele reserveonderde-
len gebruiken.
11
Advertenties
Inhoudsopgave
