Een ingangssignaal selecteren
DE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN
5
Als u de RGB-ingang selecteert
Druk op de RGB-knop
Druk op deze knop als u wilt wisselen
tussen de apparaten die zijn aangesloten
op RGB IN 1 en 2. Zoals hieronder staat
beschreven, schakelt de projector telkens
heen en weer tussen RGB 1 en 2, als u op
de RGB-knop drukt. Selecteer het signaal
het wilt projecteren.
RGB
RGB IN 1
DE AFSTANDSBEDIENING GEBRUIKEN
Als u de video-ingang heeft geselecteerd
Druk op de VIDEO-knop
Druk op deze knop als u wilt wisselen tussen de
apparaten die aangesloten zijn op VIDEO IN,
SVIDEO IN en COMPONENT VIDEO. Zoals
hieronder staat beschreven, wisselt de projector,
telkens als u op de VIDEO-knop drukt, tussen
VIDEO IN, S-VIDEO IN en COMPONENT VIDEO.
Selecteer het signaal het wilt projecteren.
VIDEO IN
VIDEO
COMPONENT VIDEO
De zoomring gebruiken op de
6
beeldgrootte aan te passen
De focusring gebruiken om de
7
scherpte van het beeld te
regelen
Het besturingspaneel gebruiken van de projector
Druk op de INPUT-knop
Zoals hieronder staat beschreven,
wisselt de projector, telkens als u op
de INPUT-knop drukt, tussen de
ingangssignaalpoorten. Selecteer het
signaal het wilt projecteren.
RGB IN 2
RGB IN 1
COMPONENT VIDEO
S-VIDEO IN
INPUT
RGB IN 2
VIDEO IN
S-VIDEO IN
15