Functies
Beschreven functies zijn afhankelijk van uw systeem. Neem voor aanvullende informatie contact op met uw installateur of
netwerkbeheerder.
Alle aangenomen inkomende oproepen1
Nummerherhaling (Lang indrukken )
Starten van uw oproep
Afwisselend spreken met twee gesprekspartners (ruggespraak
/ wisselgesprek)
Oproep negeren
Het gesprek beëindigen
Opbellen via uw individuele verkortkieslijst (Ind VK-lijst)
Opbellen via naamkiezen (tel.gids)
Programmeren van uw individuele verkortkiesnummers (Ind
VK-lijst)
Opbellen via naamkiezen (tel.gids)
Oproep uit oproeplog (In de oproeplog vindt u alle inkomende,
uitgaande, gemiste of niet-beantwoorde oproepen )
Externe gemiste oproepen raadplegen
Interne gemiste oproepen raadplegen
Tekstberichten raadplegen
Tekstberichten verzenden
Beluisteren van ingesproken berichten
Een gesproken bericht versturen naar een toestel /
Distributielijst
Programmeren van uw persoonlijke begroeting
Doorschakelen van uw oproepen.
Volgstand van uw oproepen naar uw voicemail
Verschillende soorten volgstanden
Automatisch bericht bij geen gehoor
Niet storen
Doorsturen indien bezet
Opheffen van alle volgstanden
Selecteer het type volgstand
Wijzigen van uw toestel password
Taalkeuze
Kies de melodie
Kiezen van het geluidsniveau van de beltoon
De afstelfunctie voor beltoon en trilfunctie openen
Interfonie
Telefoonnr.
Programmeren van een afspraak
Toestel op slot / van slot
Het toetsenblok vergrendelen
Persoonlijke assistent
Een overloopnummer definiëren
Programmeer het toegewezen nummer
bedieningstoestel
Instellingen
OmniPCX Office
OmniPCX
OmniPCX Enterprise
Office/
Enterprise
Functies die tijdens het gesprek beschikbaar zijn:
Verkortkieslijsten
Doorverbinden van een gesprek
TDK-zenden
Afwisselend spreken met twee gesprekspartners (ruggespraak / wisselgesprek)
Conferentie
Directe volgstand van uw oproepen naar voicemail
Algemene wachtstand
Parkeren (externe verbinding)
Oproepduur en -kosten
Extra opties (Functies afhankelijk van het systeem )
Opladen van het toestel
•
Uw telefoon op de bureausteun opladen
Plaats uw telefoon op de steun. Sluit de USB-kabel op de 5 V-aansluiting van de bureausteun aan. Sluit het andere
uiteinde van de USB-kabel op de AC/DC-adapter aan. Sluit de adapter op de netvoeding aan.
•
Opladen van uw telefoon met de USB-kabel
Sluit de USB-kabel op de USB-aansluiting van uw telefoon aan. Het andere uiteinde van
de USB-kabel kan worden aangesloten op de AC/DC-adapter of op een USB-aansluiting
van een computer.
Lampje
• Constant groen: de telefoon bevindt zich op de lader en de batterij is volledig opgeladen
• Constant rood: de telefoon bevindt zich op de lader en de batterij wordt opgeladen
Laad het toestel regelmatig op. Het toestel mag daarbij zowel ingeschakeld als uitgeschakeld zijn. Verwijder de batterij als
het toestel langere tijd niet gebruikt hoeft te worden en niet in de oplader opgeborgen kan worden, en berg de batterij apart
op.
De oplaadtijd van de batterij is minder dan 3 uur.
Schakel de telefoon uit voordat u de batterij vervangt .
8AL90863NLAAed01