Inhoudsopgave
Advertenties
10. Bedienings- en controlesystemen
1
Oplosmiddel vulventiel:
Voor het vullen van de machine met
oplosmiddel.
2
Kijkglas, nog steeds:
Voor het observeren van het destillatieproces.
3
Kijkglas, koeleenheid:
Om te controleren of het koelmiddel vrij is van
bellen tijdens de reductiefase
4
Kijker, tank 3:
Je kunt het vloeistofniveau aflezen op de
schaalverdeling.
5
Koelwaterregelaar, koeleenheid: U kunt de
condensatiedruk instellen in de
koeleenheid hier.
6
Koelwaterregelaar, destillatie:
Regelt de koelwatertoevoer (instelling van de
koelwatertemperatuur op afvoer ongeveer +45
°C/113 °F)
Schakelaar voor laag koelwaterpeil:
7
Bewaakt de koelwatertoevoer.
Ingesteld op 1 bar (14,5 psi.)
8
Lage drukmeter (koelen): Voor het
controleren van de verdampingsdruk.
9
Hogedrukmeter (koelen):
Voor het controleren van de condensatiedruk.
10 Veiligheidstemperatuurbegrenzer na
koeler: Schakelt alle machinefuncties uit.
Bel de servicetechnicus.
11 Hogedrukregeling (koelen):
Schakelt het systeem in de storingstoestand bij
overdruk
Lage drukregeling (koelen):
Schakelt het systeem in de storingstoestand als
er niet genoeg koelmiddel is
12 Thermische sensor, nakoeler:
Bewaakt de temperatuur van de nakoeler en
schakelt de machine uit als de temperatuur
hoger wordt dan 30° C/86° F?
13 Thermische sensor, uitlaat kooiconstructie:
Bewaakt de temperatuur bij de luchtuitlaat
14 Thermische sensor, oplosmiddel:
Bewaakt de temperatuur van het oplosmiddel...
15 Thermische sensor, distillatie:
Schakelt de
distillatieverwarming uit.
16 Thermische sensor, destillatiecondensor:
Bewaakt de temperatuur van het
oplosmiddel.
62
17 Droogtijdregelaar:
Verlengt de droogtijd, afhankelijk van
het type en de hoeveelheid
kledingstukken
18 Sensor, watergevoelig,
waterafscheider:
Controleert het aftappen van het proces
water
19 Sensor, watergevoelig, extractietank:
Regelt het aftappen van het proceswater
20 Sensor, laag niveau:
Regelt het niveau van de
reinigingsoplossing.
21 Sensor, hoog niveau:
Regelt het niveau van de
reinigingsoplossing.
22 Overvulsensor, destillatie:
Stopt het afpompen wanneer de
vulhoeveelheid is bereikt.
23 Niveausensor, overvulsensor,
flashtank: Regelt het aftappen van het
condensaat.
24,
Eindschakelaars:
Alle onderhoudsopeningen zijn beveiligd
25
met eindschakelaars.
26 Groene en rode lampen:
Geeft aan of de distillatieresiduen
kunnen worden afgetapt.
27 Handmatige klep, destillatiestoom:
Voor stoomreductie
28 Vacuümdrukmeter:
Voor vacuümregeling tijdens de
destillatiecyclus.
Vacuümschakelaar, destillatie: Regelt
het te bereiken vacuüm. Als het vacuüm
niet wordt bereikt, geeft het display een
29
diagnosemelding, de distillatie
cyclus stopt en de reinigingsmachine
blijft draaien.
30 Manometer, perslucht:
U kunt de vereiste werkdruk (6 bar/87
psi) aflezen op de manometer
31 Lage luchtdrukschakelaar:
Bewaakt de persluchttoevoer.
Ingesteld op 4 bar (58 psi)
10
Mi240/Mi300/Mi360
Advertenties
Inhoudsopgave
