6. Werking
6.1.12. Een testrun uitvoeren
Laad de machine met testkledingstukken (let op de vulcapaciteit!).
Start programma P2 (zie 6.2 Automatische werking - beknopte instructies) en controleer tijdens de
cyclus de instellingen en bedrijfswaarden vermeld onder punt 5; corrigeer indien nodig.
6.1.13. Koeleenheid
Attentie:
Er mag geen koelmiddel in de atmosfeer ontsnappen tijdens de werking,
het onderhoud en de buitengebruikstelling van koelinstallaties.
Je moet een register bijhouden van de gebruikte hoeveelheden
koelmiddel en dit op verzoek aan de autoriteiten overhandigen.
Alleen mensen met de benodigde speciale kennis en technische
apparatuur zijn bevoegd om koelinstallaties te onderhouden en buiten
bedrijf te stellen.
31
6
Mi240/Mi300/Mi360