4. Reinig de ovenkamer met een zachte, vochtige doek en een mild
reinigingsmiddel.
5. Gebruik in geval van zware vervuiling de algemeen verkrijgbare
reinigingsmiddelen voor ovens. Zich houden aan de beschrijving van de
producent van het desinfecterende middel.
8. Reinig de ovenkamer zoals hierboven is beschreven.
9. Plaats de geleiders terug en draai ze vast met de duimschroeven.
10. Veeg de binnenkant van het apparaat en de glazen deur schoon met een
zachte, vochtige doek.
NL
11. Droog tenslotte gereinigde onderdelen en oppervlakken af met een zachte doek.
Accessoires:
1. Gebruikte accessoires moeten worden schoongemaakt met warm water, een
mild reinigingsmiddel en een zachte doek of spons.
2. Spoel gereinigde accessoires met schoon water.
3. Droog accessoires met een zachte doek.
22 / 26
Om het reinigen van de gaarruimte te
vergemakkelijken, kunnen de geleiders worden
verwijderd.
6. Maak hiervoor de kartelschroeven (rechts en
links) los en trek de geleiders voor de roosters
uit de gaarruimte.
7. De geleiders zorgvuldig reinigen met warm
water, een zacht doekje en een mild
reinigingsmiddel.
Reiniging
A120796