5 Op de voedingsspanning aansluiten
Aansluittechniek
Aansluitstappen
26
Opmerking:
De beschermdoppen moeten voor de inbedrijfname door toegela-
ten kabelwartels worden vervangen of met geschikte blindpluggen
worden afgesloten.
Bij kunststofbehuizingen moet de NPT-kabelwartel resp. de cond-
uit-stalen buis zonder vet in het schroefdraadelement worden
geschroefd.
Maximale aandraaimoment voor alle behuizingen zie hoofdstuk
"Technische gegevens".
5.2
Aansluitstappen
De aansluiting van de voedingsspanning en de signaaluitgang wordt
via veerkrachtklemmen in de behuizing uitgevoerd.
Ga als volgt tewerk:
1. Deksel behuizing afschroeven
2. Wartelmoer van de kabelwartel losmaken en de afsluitplug uitne-
men
3. Aansluitkabel ca. 10 cm ontdoen van de mantel, aderuiteinde ca.
1 cm ontdoen van de isolatie.
4. Kabel door de kabelwartel in de sensor schuiven
Fig. 20: Aansluitstappen 4 en 5
5. Aderuiteinden conform aansluitschema in de klemmen steken
Informatie:
Massieve aders en soepele aders met adereindhuls worden direct in
de klemopeningen geplaatst. Bij soepele aders zonder eindhuls met
een kleine schroevendraaier boven op de klem drukken, de klemope-
ning wordt vrijgegeven. Door loslaten van de platte schroevendraaier
worden de klemmen weer gesloten.
6. Controleer of de kabels goed in de klemmen zijn bevestigd door
licht hieraan te trekken
7. Afscherming op de interne aardklem aansluiten, de externe aard-
klem met de potentiaalvereffening verbinden
8. Wartelmoer van de kabelwartel vast aandraaien. De afdichtring
moet de kabel geheel omsluiten
9. Deksel behuizing vastschroeven
De elektrische aansluiting is zo afgerond.
VEGAMIP R61 • Ontvangereenheid