De machine duwen of
slepen
In noodgevallen kan u de machine bewegen door
de omloopklep in de regelbare hydraulische pomp
in werking te stellen en de machine te duwen of te
slepen.
Belangrijk:
U mag de machine niet sneller dan
3–4,8 km per uur duwen of slepen omdat anders
de transmissie kan worden beschadigd. De
omloopklep moet open zijn als u de machine duwt
of sleept.
1.
Draai de bout van de omloopklep 1½ slag om
deze te openen en de olie inwendig om te laten
leiden
(Figuur
68).
Opmerking:
De omloopklep bevindt zich
links van de hydrostaat. Omdat de vloeistof
wordt omgeleid, kunt u de machine langzaam
voortbewegen zonder dat de transmissie wordt
beschadigd.
Figuur 68
1. Bout van omloopklep
2.
Sluit de omloopklep voordat u de motor start.
Sluit de klep met een torsie van maximaal
7-11 N·m.
Belangrijk:
Als u de motor laat lopen
met een geopende omloopklep, raakt de
transmissie oververhit.
De machine transporteren
•
Wees voorzichtig als u de machine inlaadt op een
aanhanger of een vrachtwagen of uitlaadt.
•
Gebruik een oprijplaat van volledige breedte
bij het laden en lossen van de machine op een
aanhanger of vrachtwagen.
•
Maak de machine stevig vast. Zowel de voorste
als de achterste spanband moet naar beneden
en naar de buitenkant van de machine lopen; zie
Figuur 69
en
– Voor – de opening in het rechthoekige blok,
onder de asbuis, aan de binnenzijde van beide
voorwielen
1. Voorste bevestigingspunt
g003995
– Achter – Beide zijden van het achterframe van
de machine
43
Figuur
70.
(Figuur
69)
Figuur 69
(Figuur
70)
g031851