4 Monteren
12
ontstaan, die door een inregeling moeten worden onderdrukt (zie
hoofdstuk "Inbedrijfname").
Wanneer deze afstand niet kan worden aangehouden, moet bij de
inbedrijfname het stoorsignaalverloop worden opgeslagen. Dit geldt
vooral, wanneer aanhechtingen op de tankwand te verwachten zijn. In
dit geval verdient het aanbeveling, het opslaan van het stoorsignaal-
verloop op een later tijdstip wanneer de aanhechting aanwezig is, te
herhalen.
Fig. 5: Montage op ronde tankdaken
1
Referentievlak
2
Tankmidden resp. symmetrie-as
Bij tanks met een conische bodem kan het een voordeel zijn, de
sensor in het midden van de tank te monteren, omdat de meting dan
tot op de bodem mogelijk is.
Fig. 6: Tank met conische bodem
1
> 200 mm
OPTISOUND 3030 C • 4 ... 20 mA/HART - tweedraads
2