6 In bedrijf nemen
Sensor-
stroom
- sensor
1. Storings-
< 3,6 mA
melding
ca. 1,5 s
(±0,5 s)
+ t
1)
A
2. Leegmel-
8 mA
ding
(±1,5 mA)
1,5 s
(±0,5 s)
3. Volmel-
16 mA
ding
(±1,5 mA)
1,5 s
(±0,5 s)
4. Terug
-
naar actuele
bedrijfstoe-
stand
30
I/mA
16
8
<3,6
Fig. 38: Verloopdiagram van de functietest (bedrijfsmodus "max")
1
Storingsmelding
2
Leegmelding
3
Volmelding
Controleer of deze drie schakeltoestanden in de juiste volgorde in en
gedurende de opgegeven tijd optreden. Wanneer dit niet het geval is
dan is een fout in het meetsysteem aanwezig (zie ook de handleiding
van de meetversterker). Let erop dat nageschakelde apparatuur tij-
dens de functietest wordt geactiveerd. Zo kunt u het correct functio-
neren van het meetsysteem controleren.
Opmerking:
Let erop, dat de aanlooptijd t
eerste keer schakelen kan verlengen (bijv. type SU 501 Ex: +1 s)
Testprocedure
Na het loslaten van de toets resp. na kortstondige kabelonderbreking.
Niveau-
Contro-
relais A
le-LED A
- overvul-
- overvul-
beveiliging
beveiliging
Spannings-
loos
Bekrachtigd
Spannings-
loos
-
-
Aanlooptijd van de voedingsspanning
1)
±1,5
±1,5
1,5
1,5
1,5
±0,5
±0,5
de voedingsspanning de tijd tot de
A
Niveau-
Contro-
relais B
le-LED B
- droog-
- droog-
loopbeveili-
loopbeveili-
ging
ging
Spannings-
loos
Spannings-
loos
Bekrachtigd
-
-
OPTISWITCH 5300 C • Tweedraads 8/16 mA
3
2
1
t/s
±0,5
Fail-safe re-
Contro-
lais
lelamp
- storings-
melding
Spannings-
loos
Bekrachtigd
Bekrachtigd
-
-