REMKO RXD
Sluit de elektrische leidingen
■
altijd goed aan op de
elektrische klemmen. Anders
kan er brand ontstaan.
Voor
■
onderhoudswerkzaamheden aan
de schakelkast moeten de in het
systeemplafond onderhouds-
openingen worden voorzien.
Eventuele ventilatiekanalen resp.
■
-buizen voor het aansluiten
van een tweede ruimte resp.
een aansluiting voor verse
lucht, moeten evenals de
aansluitdelen worden voorzien
van dampdiffusiedichte
warmte-isolatie.
Minimale vrije ruimte
De minimale vrije ruimte is nodig voor onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden boven het systeemplafond en voor een optimale
luchtverdeling.
Minimale vrije ruimte
300
300
300
300
16
Montagemateriaal
De binnenunit wordt door
middel van 4 in de bouw te
monteren draadstangen aan de
ophangpunten aan de zijkanten
bevestigd.
Om de volledige installatie uit
te kunnen voeren zijn geschikte
pluggen, ophangplaten,
staalprofielen, klembeugels voor
koudemiddel- en condensleidingen
(resp. kabelgoten) en
aansluitnippels voor de
condensleiding nodig.
300
300
300
300
Alle maten in mm
300
Keuze van de installatielocatie
De binnenunit is voor montage in
horizontale systeemplafonds met
Euroraster-afmetingen ontworpen.
Deze kan echter ook worden
gebruikt voor systeemplafonds met
andere afmetingen.
Houd rekening met de
noodzakelijke montagehoogte van
de apparaten.
Installeren
AAnWIjZInG
Het installeren mag alleen door
geautoriseerd vakpersoneel
worden uitgevoerd.
Installatie apparaat
De binnenunit wordt aan vier
draadstangen met de afdekking
naar beneden, rekening houdend
met het afdekrooster en eventuele
inbouwonderdelen, geïnstalleerd.
1. Markeer op basis van
de afmetingen van de
ingezette plafondcassette,
de bevestigingspunten
voor de draadstangen aan
statisch geschikte delen
van het gebouw boven het
systeemplafond.
2. Moeten er aansluitingen
worden gemonteerd voor
een tweede ruimte of toevoer
van verse lucht, dan moeten
de aansluitstukken vóór het
monteren van het apparaat
300
worden aangebouwd. Zie
paragraaf aansluiten tweede
ruimte en toevoer verse lucht.
3. Hang de binnenunit aan de
draadstangen en breng het
apparaat met de onderste
moeren in een waterpasstand
(afbeelding 5).