De slangen aansluiten
1.
Maak de snelkoppelingen van de slang van de
topdresser schoon
Figuur 18
Snelkoppelpaneel
1. Snelkoppeling A
2.
Bevestig de slangen aan de snelkoppelingen
van het Workman voertuig. Zorg ervoor dat de
beide snelkoppelingen volledig ingebracht zijn.
De slangen zijn aangeduid met 'A' en 'B'.
Monteer de juiste slang op de snelkoppelingen
van het Workman voertuig.
Opmerking:
De koppelingen in
van voertuigen met serienummer 239999999
of lager.
Het hydraulische systeem
controleren
Specificaties hydraulische vloeistof: Dexron III
automatische transmissievloeistof
Belangrijk:
Het hydraulische systeem van de
Workman werkt op Dexron III automatische
transmissievloeistof. Deze vloeistof smeert
de tandwielen en lagers en zorgt voor
bedrijfsvloeistof voor het hydraulische systeem.
Als de snelkoppelaars van het afzonderlijke
hydraulische systeem aangesloten zijn, stroomt
hydraulische vloeistof van de machine naar het
voertuig. Als de hydraulische vloeistof van de
machine niet dezelfde als of gelijkwaardig is aan
de vloeistof in het voertuig, kan dit leiden tot
beschadiging van de transaxle of het hydraulische
systeem.
1.
Controleer het peil van de hydraulische vloeistof;
raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw
machine.
Vul indien nodig bij met hydraulische vloeistof.
2.
Start de motor van het voertuig.
(Figuur
18).
2. Snelkoppeling B
Figuur 18
3.
Zet de hendel voor hydraulische
afstandsbediening van het voertuig naar
de stand
draaien zoals getoond in
Opmerking:
tegenovergestelde richting draaien, moet u de
motor afzetten, de slangen verwijderen, de
fittings van de snelkoppeling verwisselen, de
slangen aansluiten aan het snelkoppelpaneel,
en stappen
g011403
4.
Voer een visuele controle uit van het
hydraulische systeem en controleer op lekken,
losse bevestigingen, ontbrekende onderdelen
en onjuist lopende leidingen.
zijn
Voer alle reparaties uit voordat u de machine
in gebruik neemt.
Belangrijk:
scherpe randen of bewegende of hete
onderdelen lopen.
5.
Zet de motor af, verwijder het sleuteltje en wacht
totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie
verlaat.
6.
Controleer het peil van de hydraulische vloeistof;
raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw
machine.
Vul indien nodig bij met hydraulische vloeistof.
13
. De riem en borstel dienen te
DRAAIEN
Figuur
Als de onderdelen in de
2
en
3
herhalen.
Figuur 19
Zorg dat de slangen niet langs
19.
g011387