REMKO MKT
Verhelpen van storingen en klantendienst
Het apparaat is volgens de modernste productiemethoden geproduceerd en meerdere keren op een probleem-
loze werking gecontroleerd. Als er desondanks toch storingen optreden, controleer dan de werking van het
apparaat volgens de onderstaande lijst. Wanneer alle functiecontroles werden uitgevoerd en het apparaat nog
steeds niet probleemloos werkt, moet u contact opnemen met het dichtsbij gelegen gespecialiseerde bedrijf.
ATTENTIE
Open nooit de behuizing van
het apparaat.
Het apparaat werkt niet, het
bedieningspaneel blijft don-
ker
Controleer,
■
- of de netstekker er correct is
ingestoken.
- of er geen sprake is van een
stroomuitval.
- of er netspanning beschikbaar
is (zekering).
Controleer de netvoedingslei-
■
ding op schade.
OPMERKING
Contacteer uw handelaar of
contractant, als het apparaat
niet in werking kan worden
gesteld.
Het apparaat werkt
niet, de LED-indi-
catie tijdvertraging
„Timer" knippert
Tijdvertraging
■
„Timer" is geprogrammeerd,
verwijder de timerinstelling.
Het apparaat werkt
niet, het display
toont „E1"/ "H1"
De ruimtetemperatuur ligt
■
buiten de bedrijfsgrenzen van
16 tot 35 °C. Wacht tot de
ruimtetemperatuur binnen het
werkbereik ligt (verminder evt.
het invallend zonlicht en sluit
ramen en deuren).
12
Het apparaat schakelt zich
automatisch uit, de storings-
LED knippert en er weerklinkt
een signaal (reservoir vol)
Om het reservoir leeg te
maken gaat u als volgt
te werk:
1. Apparaat uitscha
kelen, netstekker eruit trekken.
2. Zet een platte bak onder de
condensaatafvoeropening en
draai de stop los.
3. Nadat het condensaat is afgelo
pen, de stop er weer stevig
insteken.
Het apparaat koelt niet goed
Controleer de bedrijfsmodus: de
■
LED-indicatie koelen „Cool"
moet branden.
Voor een optimale koelcapaciteit
■
moet u gordijnen en jaloezieën
sluiten. Zorg bovendien voor
gesloten ramen en deuren.
Vergewis u ervan,
■
- dat de uitlaatslang goed is
aange bracht.
Deze mag niet geknikt, dalend
of in een te nauwe bocht ge
legd zijn.
- dat vreemde voorwerpen de
lucht toe en luchtafvoer niet
beïnvloeden (minimale vrije
ruimtes in acht nemen),
- dat de luchtgeleidingslamellen
vrij zijn van vuil of vreemde
voorwer pen.
- dat de gewenste temperatuur
niet te hoog is ingesteld
(bedrijfsgrenzen van het
apparaat: 16 tot 35 °C).
Het apparaat reageert niet op
de afstandsbediening
Vergewis u ervan,
■
- dat de batterijen werken;
vervang ze eventueel.
- dat de batterijen met de polen
in de juiste richting erin zijn
geplaatst (vgl. markering).
- dat er zich tussen afstandsbe
diening en apparaat geen
voorwerpen bevinden (reik
wijdte ca. 5 m).
Er loopt condenswater uit
Vergewis u ervan,
■
- dat het apparaat stevig op
een horizontale ondergrond
staat.
- dat de afvoerslang juist is
aangebracht.
- dat de stop stevig in de con
densaatafvoeropening zit.
ATTENTIE
Voer nooit werkzaamheden uit
aan het koelcircuit of aan de
elektrische uitrusting.