DK32 - DK34 - DK37
2.4 Verschildrukregelaar
Verschildrukregelaars worden gebruikt (alleen DK32 en DK37) om een constante flow te houden
in het geval van een fluctuerende ingangs- en uitgangsdruk. Om te kunnen werken hebben de
regelaars minimumdrukniveaus nodig (zie regelaarkarakteristieken).
Verschildrukregelaars zijn niet gelijk aan reduceerventielen!
1 Ingangsdrukregelaar type RE, NRE
De regelaars houden het debiet constant bij een veranderlijke ingangsdruk en een constante
uitlaatdruk.
Voorbeeld van ingangsdrukregelaar
RE-1000
Bij een veranderlijke ingangsdruk boven 0,5 bar / 7,25 psi blijft het debiet in het toestel constant.
2 Uitgangsdrukregelaar type RA, NRA
Bij een constante ingangsdruk en een veranderlijke uitgangsdruk houden de regelaars het
debiet constant.
Willen de uitgangsdrukregelaars functioneren, dan moet er een drukverschil zijn tussen de
ingangsdruk en de uitgangsdruk. De ingangsdruk p1 moet altijd hoger zijn dan de uitgangsdruk
p2.
Voorbeeld voor uitgangsdrukregelaar
NRA-800
Bij een veranderlijke uitgangsdruk boven 0...5,5 bar / 0...79,8 psi blijft het debiet in het toestel
constant.
Regelkarakteristieken
1 Ingangsdrukregelaar type RE en NRE
01/2019 - 4007473701 - TD DK32-34-37 R07 nl
TECHNISCHE GEGEVENS
Actueel debiet:
Uitgangsdruk p2 constant:
Actueel debiet:
Ingangsdruk p1 constant:
2 Uitgangsdrkregelaar type RA en NRA
www.krohne.com
1000 l/h lucht
1,013 bara / 14,7 psia
800 l/h lucht
6 bar / 87 psi
2
21