14 Storingen verhelpen
S t o r i n g e n v e r h e l p e n
Kleinere storingen aan het apparaat kunt u zelf verhelpen. Raadpleeg voordat u
S t o r i n g e n v e r h e l p e n
contact opneemt met de klantenservice de informatie over het verhelpen van
storingen. Zo voorkomt u onnodige kosten.
Storing
Apparaat koelt niet, in-
dicaties en verlichting
branden.
LED-verlichting functi-
oneert niet.
Temperatuur wijkt erg
af van de instelling.
Bodem van het koel-
vak is nat.
Het apparaat bromt,
borrelt, zoemt, gorgelt,
klikt, of maakt knakge-
luiden.
Apparaat produceert
geluiden.
Oorzaak en probleemoplossing
Het presentatielicht is ingeschakeld.
▶
Voer de apparaatzelftest uit. → Pagina 88
a Na het verstrijken van de apparaatzelftest gaat het
apparaat weer over op normale werking.
Verschillende oorzaken zijn mogelijk.
▶
Neem contact op met de servicedienst.
Het nummer van de servicedienst vindt u in het bij-
gevoegde overzicht van servicediensten.
Verschillende oorzaken zijn mogelijk.
Schakel het apparaat uit. → Pagina 81
1.
Schakel het apparaat na ca. 5 minuten opnieuw in.
2.
→ Pagina 81
Als de temperatuur te hoog is, controleer dan de
‒
temperatuur na een paar uur opnieuw.
Als de temperatuur te laag is, controleer de tem-
‒
peratuur dan de volgende dag opnieuw.
De dooiwatergoot of het afvoergat is verstopt.
▶
De dooiwatergoot en het afvoergat reinigen.
→ Pagina 86
Geen storing. Een motor draait, bijv. koelaggregaat,
ventilator. Er stroomt koudemiddel door de buizen.
Motor, schakelaars of magneetventielen schakelen in-
of uit. Het automatische ontdooisysteem treedt in wer-
king.
Geen handeling vereist.Geen handeling vereist.
Uitrustingsdelen wiebelen of klemmen.
▶
Controleer de uitneembare uitrustingsdelen en zet
ze eventueel opnieuw in het apparaat.
Flessen of containers raken elkaar.
▶
Haal flessen of containers van elkaar.
Super-functie is ingeschakeld.
Geen handeling vereist.Geen handeling vereist.
Storingen verhelpen nl
87