4
Het apparaat
(1) Hoofdschakelaar (AAN/UIT)
Inschakelen (On/ ingedrukt) en uitschakelen (Off/ niet ingedrukt).
(2) Controlelampje voor Stand-by-werking
(3) Mode/Store
Met deze toets kunt u kiezen tussen de automatische of handmatige zoekfunctie.
(4) Tuning (+/–)-toets
Met deze toetsen stelt u de ontvangstfrequenties in.
(5) USB- aansluiting
Poort voor het aansluiten van een USB- verwisselbare schijf.
(Lees hiertoe hoofdstuk 11 „USB-aansluiting".)
(6) Infrarode sensor
Voor de afstandsbediening.
(7) Volume regelaar
Stel hier de geluidssterkte in.
(8) Reset-toets
Wist alle opgeslagen instellingen. Druk de toets met een puntig voorwerpen, bijv. een
pen, in.
(9) Phones – Hoofdtelefoonaansluiting
Sluit hier een hoofdtelefoon aan. Na het aansluiten van een hoofdtelefoon worden de
luidsprekers uitgeschakeld.
(10) Toetsen voor de selectie van een audiobron
Met diesen toetsn stellen Sie die wiedergegebene Signalquelle (FM, AM, PHONO,
DVD, CD oder TAPE) ein.
8