5 Opstelling
Let bij uw keuze voor een opstelplek ook op de ruimtelijke omstandigheden, zoals
bijv. de plaats van een stopcontact. Verder moeten direct zonlicht, trillingen, stof,
hitte, kou en vochtigheid vermeden worden. Er mogen zich ook geen sterke
transformatoren of motoren in de nabijheid van het apparaat bevinden.
•
Kies een stabiele, horizontale en vlakke ondergrond.
•
Let er op, dat de ventilatiespleten van het apparaat vrij liggen en het apparaat niet in een
te kleine ruimte geplaatst wordt.
•
Boor of schroef geen extra schroeven in de behuizing van het apparaat om het te
bevestigen.
•
Let er op, dat de opstelling stabiel is omdat een vallend apparaat aanzienlijke letsel kan
veroorzaken.
•
Gezien de veelvoud aan toegepaste lakken en politoeren bij meubels is niet uit te sluiten,
dat de voetjes van het apparaat, vanwege een chemische reactie, zichtbare plekken op
de meubels zouden kunnen veroorzaken. Het apparaat moet daarom niet zonder
passende bescherming op waardevolle oppervlakken geplaatst worden.
6
Aansluiting
•
Controleer, voordat u het apparaat aansluit, dat de netstekker uit het stopcontact
verwijdert is. Koppel ook alle andere aan te sluiten apparaten af van de
stroomverzorging.
•
Let er op, dat de aansluitingen juist verbonden worden, bijv. links met links en rechts met
rechts.
Aansluiting cinch- bussen
•
Gebruik voor het aansluiten op de cinch- bussen uitsluitend hiervoor geschikte,
afgeschermde cinch-kabels. Bij de toepassing van andere kabels kunnen hierdoor
storingen optreden. Om vervormingen of andere problemen die het apparaat kunnen
beschadigen te voorkomen, mogen op de cinch- bussen uitsluitend apparaten
aangesloten worden die eveneens over cinch- aansluitingen beschikken.
•
Via de witte cinch- bus wordt het signaal voor de linker luidspreker gestuurd, via de rode
die van de rechter luidspreker.
14