7
Algemene bediening
Controleer nog een keer of alle aansluitingen juist uitgevoerd zijn, voordat u het
apparaat inschakelt.
•
Draai de volumeregelaar helemaal naar links.
•
Schakel de audiobron in, zoals bijv. uw cd-speler.
•
Kies de gewenste audiobron (bijv. cd-speler).
•
Stel na het starten van de weergave de gewenste geluidssterkte in.
•
Met de verschillende equalizertoetsen, de surroundtoets en de balans kunt u de klank
veranderen.
•
Zet voor het uitschakelen de volumeregelaar weer op minimum.
Het niet aanhouden van deze volgorde kan de luidsprekers of de versterker
beschadigen.
Aan-/uitschakelen
•
Druk op de POWER- toets, het apparaat is nu in de stand-by.
•
Druk vervolgens op de afstandsbediening de toets "AMPLIFIER STANDBY" om de
versterker in te schakelen.
•
Druk opnieuw op deze toets van de afstandsbediening om het apparaat weer in de
stand-by te zetten.
•
Voor het uitschakelen drukt u op de POWER- toets van de versterker.
Geluidssterkte
•
U kunt de geluidssterkte instellen door de volumeregelaar te draaien of via de "Volume
+/- -toetsen op de afstandsbediening.
Opmerking
Let er steeds op dat u uw gehoor niet vanwege een te hoog volume belast. Dit kan leiden tot
permanente beschadiging van het gehoor. Stel een aangenaam volume in en houdt deze
aan. Vaak lijkt het als of na een bepaalde tijd het geluid te zacht is. Dit geldt ook bij gebruik
van een hoofdtelefoon. Let hierop vooral bij kinderen.
•
Door de „MUTE"- toets in te drukken kunt u het geluid stilzetten of weer inschakelen.
Zolang het geluid stilgezet is, zijn meerdere functies niet te gebruiken.
18