4. CONTROLEER DE HAMER WERKCONDITIE
De werkdruk van de NPK HAMER regelt zichzelf,
afhankelijk van de gasdruk.
Teken het werkgebied van de HAMER op de
gemeten druk/stroom grafiek. Gebruik de maximale
druk- en stroomwaarden uit de technische specifi-
caties in deze handleiding.
Het werkgebied moet liggen binnen
de lijn A-B-C-D.
Bijvoorbeeld de conditie zoals weergegeven in Fig. 1
is acceptabel. Die van Figuur 2 en 3 niet. Als een
situatie optreedt zoals Fig. 2 en/of 3, controleer het
drukbegrenzingsventiel, of controleer of de pomp
niet versleten is of dat de stikstofdruk te hoog is.
OPMERKING:
De
minimaal 3.0 tot 3.5 MPa (30 tot 35 kgf/cm
de HAMER werkdruk zijn afgesteld.
De NPK HAMMER frequentie (slagen per minuut)
wordt bepaald door de oliestroom afgeleverd bij de
hamer. Hoe groter de stroom, des te groter de
frequentie. Zorg dat de oliestroom niet boven het
maximum
uitkomt
technische specificaties van de hamer.
maximale
kraandruk
moet
2
) boven
zoals
aangegeven
in
(Voorbeeld van Druk/Stroom)
Druk/Stroom diagram
0 Druk (kgf/cm
Druk/Stroom diagram
0
Druk (kgf/cm
Druk/stroom diagram
de
0 Druk (kgf/cm
36
www.duma-rent.com
GOED
Hamer werkdruk
gebied
2
)
maximale
3.0 - 3.5 MPa
kraandruk
toegestaan
Fig.1
SLECHT
Hamer werkdruk
gebied
2
)
Max. kraandruk
Fig.2
SLECHT
Hamer werkdruk
gebied
2
)
Max. kraandruk
Fig.3